DOORBRAAK

ND COLUMN 15 – 8 JANUARI 2021

Doorbraak

Ik ging naar Haarlem om de expositie te zien. Ik zag de nieuwe expositie. Ik zag Constable en werd naar de wereld van zijn schilderijen gezogen. Ik zou erin willen stappen, zoals Bomans’ Erik, die ‘Wollewei’ binnenstapt, een wei-wereld van insecten. Het motto van Bomans’ fantasieboek is ontleend aan Leonardo da Vinci: ‘Wij zijn allen ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten.’ Het eerste deel van het citaat treft als typering van het afgelopen bizarre jaar.

De dag dat ik in ‘Neerlands mooiste’ vertoefde, het Teylers Museum, was de laatste voor de lockdown, die niet eens meer het epitheton ‘intelligente’ kreeg. Maar de wereld van de Engelse top-penseleur mocht ik meenemen het nieuwe jaar in. Evenals de beste kerstviering sinds tijden. Niet op de aangewezen dagen zelf, maar de zondag daarna. En niet vanwege de – geloof ik – wel aardige preek die ik hield, maar vanwege de lege ruimte en daarbinnen de heldere zang van vier sopranen, in de leeftijd van de oude Elisabeth, maar met de zuiverheid van de jonge Maria. De Grote of St. Nicolaaskerk van Muiden was een Bethlehemse stalgrot, waarin de stilte het heilgeheim vertolkte en de woorden klonken die het bewaren, op waarde schatten en het overwegen meer dan waard blijven.

Maria, haar naam wordt door Lucas twaalf maal genoemd, het getal van de stammen Israëls en van de discipelen die na haar tot volgen geroepen worden. Maria is de gemeente, de bruid, bij wie de helende woorden veilig zijn en actief verwerkt worden. Meer hebben we als kerk wellicht niet te doen.

Wat ik zeker ook meeneem het nieuwe jaar in, is wat de gewelven van de Grote Kerk in Naarden ‘van dichtbij gezien’ (Bomans) prijs geven. We mochten de hoogte in voor diepgang. Voor het wonder van zestiendeeeuwse gewelfschilderingen. Daaronder op hout Simson die de poortdeuren van de stad Gaza uit de hengsels licht en ze onder zijn armen meeneemt (zie foto). Een lockdown wordt opgeheven! Met Kerst vieren we dat het breekijzer is gezet in een gesloten wereld, in gesloten levens. De verhalen uit het Eerste Testament geven dat body en aansprekende kleur.
Op de laatste dag van het coronajaar 2020 liep ik onder de rook van Thialf een oud kerkepad, dat van Oudeschoot naar Rotstergaast, gestremd heden ten dage door de brugloze Engelenvaart. Eeuwen liepen de boerenknechten en hun gezinnen – de boeren zelf gingen per koets – naar het als een kluis ogende kerkje voor een woord, waarmee men als het ware naar Engelenland voer.
Een buizerd laat zijn schrille schreeuw horen en zweeft boven het drassige weiland. Mijn gedachten zweven naar overstromende kerkepaden richting omarmende kerken en kapellen, overvolle paden en wegen naar stadions, theaters en musea. Geprikt en bevrijd. Als u dit leest, worden de eerste spuiten gezet op weg naar een doorbraak uit de ballingschap van corona, uit een gesloten wereld. Simsons in het ‘medisch wit’ die helpen deuren uit hun hengsels te lichten. Een doorbraak hopelijk naar een wereld waarin we op onze qui-vive zijn. Letterlijk: lettend op wie leeft, op alles ook dat leeft. Op weg naar een opmerkzaam ‘normaal’, nieuw of opnieuw. Een normaal zoals verwoord in het gedicht van Gerrit Achterberg:

Democraat

In deze kamer ben ik eindlijk thuis. Ik zal geen vers meer schrijven dat mijn leven
uiteen moet rukken om te zijn ge- schreven.

Ben ik een dichter, dan is ’t per abuis.

Ik lees het nieuwe boek. De kachel suist.
Geertruida staat een overhemd te strijken.

Ik heb maar van de bladzij op te kijken
om te beseffen welk geluk hier huist.

Zo zal het door de jaren blijven duren. Wij krijgen straks een kind en mijn pensioen
zal voor onze ouwe dag het zijne doen.

We hoeven niet voortijdig te ver- zuren.

Ook leven wij in vrede met de buren. De ene heet Van Brakel, de ander Griffioen.

page31image19282928