Wandelartikel ND 14 januari 2022
Waar lopen we vandaag?
We hebben koers gezet naar de stad van jenever, bier en cacao aan de Utrechtse Vecht. Bij cacao denken we dan ogenblikkelijk aan Van Houten, begonnen in Amsterdam, maar voortgezet halverwege de negentiende eeuw in Weesp tot 1971 toen de fabrieken gesloten werden en ruim vijfhonderd werknemers op straat kwamen te staan. Een zonnewijzer aan het stationsplein herinnert nog aan het vermaarde bedrijf. De naam Weesp komt van Wisapa, wat ‘wei- debeek’ betekent.
Wat is er te zien?
De historische binnenstad kent maar liefst tweehonderd rijksmonumenten en is in haar geheel aangewezen als beschermd stadsgezicht. Strategisch gelegen aan de Vecht heeft Weesp een belangrijke rol gespeeld als onderdeel van de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dat gaf de stad de allure van een vestingstad. De Vecht is een grensrivier en belangrijke vaarroute. Gebied van strijd tus- sen de bisschop van Utrecht en de graven van Holland.
In 1317 wordt Weesp definitief Hollands. In 1672 wordt de Vechtse stad belegerd door de Fransen. Als de rust is weergekeerd valt het besluit van Weesp een heuse vestingstad te maken, dat samen met Naarden Amsterdam moet beschermen. Het Fort aan de Ossenmarkt is daarvan nog immer een stoer stenen getuigenis. Het dateert uit 1861 en werd gebouwd om beide Vechtoevers te kunnen verdedigen alsmede de sluizen en de spoorweg Amsterdam-Hilversum met de brug over de Vecht. Het biedt nu onderdak aan de muziekschool en aan diverse verenigingen en bedrijven; de houten voormalige artillerieloods uit 1877 is in gebruik als expositieruimte.
Bijzonder is dat in de stad zich twee gemeentehuizen bevinden. In de eerste plaats die van Weesp zelf, een neoclassicistisch gebouw uit 1772- 1776 van Jacob Otten Husly die zich overduidelijk liet inspireren door Jacob van Campens Amsterdamse stadhuis. Op de tweede verdieping van dit pand bevindt zich het gemeentemuseum van Weesp, met Hollands porselein uit de achttiende eeuw als hoofdbestanddeel.
Het andere stadhuis staat aan de Vecht tegenover de Ossenmarkt en was het stadhuis van de ooit uitge- strekte gemeente Weesperkarspel. Het dorp werd een zelfstandige gemeente na de Franse tijd en werd in 1846 uitgebreid met de gemeente Bijlmermeer. Laatstgenoemde deel werd vanaf de vijftiger jaren een ‘prooi’ van de gemeente Amsterdam, wat het begin inluidde van het einde van de gemeente in 1966. In Weesperkarspel was vanaf 1916 de bekende Pluimvee- en vogelvoeder- fabriek P. Sluis gevestigd.
Weesp kende een Joodse gemeenschap die vanaf 1774 bijeenkwam in een huissynagoge aan de Korte Middenstraat. Halverwege de negentiende eeuw dreigde die in te storten, daarbij was de gemeenschap ook groter geworden en dus werd besloten tot nieuwbouw op de hoek van de Nieuwstraat en de Hanensteeg. Halverwege 1942 waren alle Joden al uit Weesp weggevoerd, het merendeel kwam niet meer terug. De synagoge werd geplunderd, de Heilige Ark bleef gespaard en bewaard. In 1947 werd de gemeente samengevoegd met die van Bussum. Het gebouw werd garage, na restauratie onderdak van het Arbeidsbureau (een oorlogsinstelling van de Duitsers!) en gelukkig in 1997 weer als synagoge in gebruik genomen. In het huis er naast zetelt het OJEC: Overlegorgaan Joden en Christenen. De verdwenen en vermoorde Joden worden herdacht op een plaquette uit 1984.
Wat is er voor christelijks te zien?
Twee kerken in het centrum trekken de aandacht. De Grote of Sint- Laurenskerk uit de vijftiende eeuw, in gebruik door de Protestantse Gemeente met een Bätz-orgel uit 1823 en een Hemony-carillon uit 1671. En de rooms-katholieke Sint Laurentiuskerk aan de Herengracht, waar thans bier van de Wispe Brouwerij wordt gebrouwen met een eigen horecabedrijf om dat direct van vat naar tap te kunnen consumeren. Over horeca gesproken: Weesp kent talrijke sfeervolle cafeetjes en restaurants waar het aangenaam toeven is en die hunkeren naar bezoek.
Is de wandeling aangegeven?
Op internet vind je een aantal wandelroutes zoals het Waterlinieommetje, maar zelf vind ik het in kleinere steden als Weesp fijn om te gaan zwerven en alle straatjes en steegjes in te slaan, waarbij je altijd op ver- rassende zaken stuit.