Begraafplaatsen blijven trekken. De rust, wie liggen er, vreemde grafteksten. Op koningsdag, dit jaar i.v.m. corona woningsdag geheten een afspraak met Henk Abma bij deze dodenakker. Om of over de hei te wandelen of over het kerkhof. Het werd bijpraten, al wandelend tussen en langs de graven. Henk woont in Hilversum (thans in Middelburg) en kwam op de fiets. Op de hei miegelde het van de mensen met honden en/of kinderen. Op de begraafplaats geen hond te zien, ook niet in mensengedaante. Een verademing. Een aantal jaren geleden is een crematorium er bij gebouwd. De aula, met galerij met doorkijkjes naar het enorme voorplein is een ontwerp van de beroemde Dudok. Het grote voorplein doet sterk denken aan een appèlplaats van een kazerne.
Op de begraafplaats gaat Henk me onmiddellijk voor naar het graf van Alje Klamer en diens vrouw. Klamer is bekend geworden als radiopastor bij de IKON. Hij was in de kerk één van de eersten die het opnam voor homofielen en hij had een pastoraal oor voor de noden van pedofielen en kinderen van vroegere NSB’ers. Klamer werd geboren op 25 april 1923 in Groningen als zoon van een kruidenier. Omdat hij de ariër-verklaring niet wilde tekenen moest hij onderduiken. Maar toen zijn ouders bedreigd werden kwam hij weer tevoorschijn. Hij werd te werk gesteld in Berlijn en kwam terug met TBC. In Berlijn studeerde hij ook theologie. Zijn eerste standplaats als predikant was Westernieland-Saaxumhuizen (1949). In 1953 vertrok hij naar Maastricht om in 1959 in Hilversum neer te strijken. Hij overleed op 1 juli 1986 , op slechts 63 jarige leeftijd. Ik herinner me nog goed zijn uitspraak : ‘zij die zich tegen homo’s keren, strijden eigenlijk tegen zich zelf, een agressieve verhulling van eigen aard en wezen’. Een bruikbare richtlijn zo bleek mij vaak. Van zijn vier kinderen zijn Arjo bekend geworden als econoom en SP -politicus in Hilversum en Ronald als zakelijk en artistiek leider van Het Toneel Speelt.
In dezelfde rij van Klamer vinden we het graf van Marinus Voorberg. Hij werd op 7 mei 1920 in Hoek van Holland geboren. In 1940 behaalde hij aan het Haags conservatorium zijn diploma piano en orgel. Hij trok rond door Europa als concertpianist om van 1950 tot 1952 koordirectie in Italië te studeren. Vervolgens werd hij dirigent van het NCRV Vocaal Ensemble tot het opheffen van dat koor in 1978. Met dit ensemble beperkte hij zich niet alleen tot het traditionele a capella-repertoire, maar wijdde ook veel aandacht aan avant-garde composities. Voorberg was vanaf 1961 de leider van het Amsterdams Kamerorkest en van 1975 tot 1981 van het Stuttgarts Radiokoor. In 1970 ontving hij een Edison voor een uitvoering van madrigalen en responsoria van Monteverdi. Voorberg overlijdt op 29 maart 1985.
Al wandelend stuiten we op het graf van Koos Koster. Koos ( 9 januari 1936) groeide op in Sint Annaparochie als zoon van een gereformeerd predikant. Hij volgt het voetspoor van zijn vader en studeert van 1957 tot 1963 in Kampen. Daarna wordt hij benoemd tot vicaris van de Nederlandse Oecumenische Gemeente in Berlijn en werkt daar samen met ds. Bé Ruys. Hij werkt er tot 1969 en is met name actief in de DDR, dat hij typeert als het stiefkind van Europa. Hij stapt over naar de journalistiek om de bekendheid van de DDR te vergroten. Steeds meer raakt hij teleurgesteld in het rigide dogmatisme van staat en kerk. Na een tv-interview met de Duits- Joodse schrijver Stefan Heym, mag hij de DDR niet meer in. Intussen richt hij zijn blik op Latijns Amerika en raakt onder de indruk van de Braziliaanse bisschop Hélder Câmara, de ‘rode bisschop’ en van de Colombiaanse bevrijdingstheoloog Camillo Torres. Hij vestigt zich in Chili en huwt de Mexicaanse Ana Maria Rumayor. Hij werkt dan als journalist voor de IKON, Hervormd Nederland en De Nieuwe Linie. Na de Chileense staatsgreep van 11 september 1973 wordt hij als reporter van deze coup opgepakt en met velen opgesloten in het voetbalstadion van Santiago. Hij woont achtereenvolgens in Peru en Mexico en wordt gesterkt in zijn opvatting dat journalistiek niet neutraal kan zijn, maar geëngageerd dient te zijn, door een gesprek in 1980 in El Salvador met aartsbisschop Oscar Romero. Deze wordt kort daarna doodgeschoten. Zijn reportages over de doodseskaders in El Salvador krijgen kritiek van het land en van de VS. In maart 1982 is hij weer in El Salvador, met zijn collega’s Hans ter Laag, Jan Kuiper en Joop Willemsen. Ze interviewen gevangengenomen guerrilla-strijders. De politie vindt op het lichaam van een gedode strijder een briefje met de naam en het adres van Koster. Het team, voor de IKON op pad, wordt door een agent in burger ondervraagd en vervolgens in de pers beschuldigd van steun aan de guerrilla. Het team verlaat het land niet. Op 17 maart reizen ze naar Chalatenango, waar ze met leden van de FMLN, het bevrijdingsfront, het land in trekken, op het laatst te voet. Nauwelijks op pad worden ze door militairen van het leger neergeknald. Naar later bleek in een bewust opgezette hinderlaag.
Niet ver van dit graf de laatste rustplaats van Hennie Budie. Een zoon van Jo Budie, die z’n hele werkzame leven als musicus en orkestleider in dienst was van de KRO, met op het laatst , vanaf oktober 1967 als dirigent van het KRO-huisorkest in het programma Van twaalf tot twee, met als blikvanger het spel Raden maar! van Kees Schilperoort. Jo kreeg twee zoons, Henny en Jos, die beiden tv-regisseur werden. Henny werd in 1944 geboren en overleed in 1993.
Er liggen meer predikanten. Zoals G.J. Koolhaas. Hij werd op 5 februari 1884 in Waardenburg geboren, studeerde in Utrecht en werd in 1913 door zijn broer B.C. Koolhaas uit Utrecht bevestigd tot predikant van de Hervormde Gemeente van Kamperveen. Daarna diende hij achtereenvolgens in Barneveld, Oldebroek, Oud-Beijerland, Rotterdam-Charlois, Huizen en tenslotte in Lopikerkapel, waar hij in 1948 door zijn zoon dr. A.A. Koolhaas bevestigd werd. In 1953 gaat hij met emeritaat om later als hulpprediker in Hilversum te gaan wonen. Koolhaas was lid van het hoofdbestuur van het Ned. Bijbelgenootschap. Tijdens de bezetting zette hij zich in voor joden en andere vervolgden. In het Reformatorisch Dagblad van 30 aug 2013 vind ik een artikel over een dienst in de Oude Kerk in Huizen, waarin ds. Koolhaas voorging. Het is 31 augustus 1941, de verjaardag van koningin Wilhelmina. Na het uitspreken van de zegen zet de organist spontaan het Wilhelmus in. De Duitse bezetter krijgt het te horen en ds. Koolhaas moet zich melden bij de Sicherheitsdienst in Amsterdam. Na verhoor krijgt de gemeente een boete van 59.450 gulden opgelegd. In een week werd 34.000 gulden opgehaald. Daar neemt de bezetter aanvankelijk geen genoegen mee. Ds. Koolhaas en zijn collega ds. Vermaas zien kans een Duitse collega, legerpredikant in Den Haag, te bemiddelen. Er werd niets meer vernomen. Er kwam nog 1000 gulden binnen. Het idee was om daar een gebrandschilderd raam voor te maken. Is niets van terecht gekomen. Organist Jan Baas moest ook bij de SD op het matje komen en werd voor drie weken opgesloten in het huis van bewaring. Koolhaas overleed op 10 nov. 1965.
Volgende graf: dr. Frederik Hendrik von Meijenfeldt. Hij werd op 23 oktober 1919 geboren in Surabaya en overleed op 28 november 2000 in Delfzijl. Hij was gereformeerd predikant in Harmelen, Noordwijk-Binnen, Amersfoort, Leiden, Hilversum, Niewolda en Woldendorp. Ging in 1984 met emeritaat. Hij promoveerde in 1950 bij prof. Aalders aan de VU op ‘Het hart (leb, lebab) in het O.T.’ Hij schreef en preekte veel, doceerde in het Frans Hebreeuws en O.T. in Congo, was in Hilversum leraar godsdienst aan het Comenius College, later predikant in die plaats. Hij vertaalde niet onverdienstelijk sonnetten van Shakespeare en gedichten van Baudelaire. Een zoon , Carl, heeft een website aan zijn vader gewijd: www.meyenfeldt.nl.
En dan stuiten we op mijn oud-collega Han Reiziger. Als Henri Gerardus geboren op 4 april 1934 in Haarlem. Zijn vader was producer van klassieke muziek bij platenmaatschappijen, o.a. van een magistrale uitvoering van Bachs Mattheus Passion door de Ned. Bachvereniging o.l.v. Anton van der Horst. Han speelde piano, studeerde na het Coornhert Lyceum sociale geografie. Maar deze studie brak hij af om begeleider te worden van cabaret Lurelei. Als componist werkte hij voor Liesbeth List en Jasperine de Jong. In 1963 kwam hij in dienst van de VPRO, voor de klassieke en lichte muziek. Later wordt hij Hoofd van de Muziekafdeling en als de VPRO de A-status krijgt is hij ‘baas’ klassieke muziek en jazz, wat zijn grootste liefde was. Hij maakte prachtige radioprogramma’s, zoals ‘Met Mozart op reis’ (1976), samen met radiotechnicus Jan Tittel, een groot Mozart-kenner. Han ontving verschillende prijzen, waaronder een Prix Italia en postuum de Paul Acket Award vanwege zijn verdiensten voor North Sea Jazz. Beroemd werd hij met het tv programma ‘Reiziger in Muziek’, op zondagochtenden uitgezonden van 1989 tot 2001. In 1997 ging hij met pensioen, maar het programma liep dus nog door; voor RTV Rijnmond maakte hij ‘Reiziger in Rotterdam’; hij speelde piano in de band Spinvis. In 2005 wordt er kanker bij hem geconstateerd, waaraan hij op 6 mei 2006 overlijdt. Minder bekend is dat hij ook een voortreffelijk poppenspeler was. Ik heb weinig direct met Han gewerkt, maar hem immer een opgeruimde en innemende collega gevonden. En hij leek op Lenin, in mijn ogen. Uiterlijk.
Een andere omroepman die hier ligt is Aart Alewijn van Bergeijk, radiopresentator bij de NCRV, vooral bekend geworden door Volgspot, een programma over theater en kleinkunst. Aart, van streng orthodox-hervormde huize (Hoogblokland, 5 okt.1946) en homoseksueel, maakte op 18 april 1991 een eind aan zijn leven na een drama met zijn partner. Heb begrepen dat zijn ouders niets van zijn geaardheid en leefwijze wisten.
Al wandelend komen we ook wat merkwaardige graven tegen. Zoals van een graf met de tekst: ‘Maar wij verwachten de komst van de Here Jezus. U ook?’ . En een graf met een stenen pop, duidelijk koningin Juliana voorstellend.
Niet gezien, maar hij ligt er wel : Johan Bodegraven, geboren op 3 juli 1914 in Tiel en op 8 maart 1993 in Hilversum overleden. Elke oudere radioluisteraar hoeft niet verteld te worden wie hij was. Mastklimmen, met de ‘hamvraag’!