Woensdag 15 juli in het corona-jaar 2020
Even na tien uur parkeer ik mijn Nissan bij het station van Den Dolder om te beginnen aan wandeling 4 uit het boekje ‘Wandelen over de Utrechtse Heuvelrug’. Rondwandelingen van 15 km staat op de cover. Van de 15 wandelingen zijn er slechts twee die die lengte kennen, waaronder deze. 85% zandpad-garantie vermeldt de omslag ook. En dat klopt zeker. Het eerste en het laatste deel van deze rondwandeling gaat over asfalt en op twee plekken onderweg raken de voeten harde ondergrond, zoals in het villadorpje Soestduinen. Alwaar een fijne stop mogelijk is bij een gelijknamige brasserie, waar ik me tegoed deed aan uitstekende kroketten op heerlijk brood. Het terrein is verder behoorlijk geaccidenteerd en zwaar: zandverstuiving en tegen het eind steeds weer klimmen en dalen over een wortelrijke stuwwal. De routes zijn niet gemarkeerd, maar volgt vaak wisselend lokale, regionale of landelijke routes. Daar wordt in de beschrijving niet altijd gebruik van gemaakt. Een gemis, omdat de beschrijving a soms onduidelijk is of te precies, zoals: pad oversteken, even doorlopen en dan eerste paadje linksaf’, terwijl de praktijk leert dat dat doorlopen slechts één of twee stappen behelst, dus ‘na oversteek direct links af’ is m.i. duidelijker. Afstand meten is ook geen sterk punt. Waar 300 meter staat blijkt niet meer dan 100 meter en 100 meter slechts dertig meter. Enfin niet te veel kniezen en zeker niet je groen en geel ergeren, maar ze genieten.
Het groen van bos en geel van stuifzand bepalen het beeld. Fraai landschap tussen Den Dolder en Soest, waar veel wandelaars, joggers en fietsers gebruik van maken en uiteraard hondenuitlaters.
Ruim 1 km loop je vanaf station Den Dolder langs het spoor over een fietspad om langs een entree van het park van vliegveld Soesterberg het spoor over te steken en ogenblikkelijk door groen van bomen, struiken, gras omringd te worden.
In 1900 was Den Dolder niet veel meer dan een halteplaats van de trein Utrecht-Amersfoort. In 1902 vestigde zich in het gebied van heide en stuifzand zeepfabriek De Duif. Directeur Pleines was uit het sociale hout gesneden. Behalve woningen voor zijn arbeiders zorgde hij voor een school, een postkantoor en een winkel. In 1917 kocht Unilever de fabriek en verplaatste de productie naar elders. Nu staat er nog steeds de Remiafabriek. Den Dolder is echter nog veel meer bekend vanwege de Willem Arntsz Hoeve, een psychiatrische instelling/inrichting die zich al in 1906 hier vestigde. Den Dolder kent derhalve de bittere klank van geestesziek. Vanwege de fabriek en de inrichting kreeg het dorp een naam, naar een al bestaande Dolderseweg: Den Dolder.
Het eerste bos waar ik door heen loop , eenmaal het spoor over, behoorde bij het landgoed Pijnenburg, dat zich uitstrekt naar Lage Vuursche, Soestdijk en Baarn. Sinds 1951 is dit eigendom van Natuurmonumenten en heet sinds 15 jaar Laag Hees en De Zoom. Na dit bos weer de spoorlijn over en dan een km door weelderig groen naar een klein stuk heide en een groot stuifzandgebied, de Lange Duinen. Na Soestduinen volgt dan nog de Korte Duinen. De beide Duinen ontstonden in de late middeleeuwen door overbegrazing en het steken van plaggen. En dan is er geen houden meer aan. De plaggenstekers trekken verder en zo dus stuifzand uiteindelijk achterlatend. Bosaanplant verkleinde het stuifzandgebied. Het restant kreeg in 1996 de status van aardkundig monument. Tien jaar later werd het gebied vergroot door bomenkap en wegplaggen van begroeiing onder het motto ‘laat maar waaien’. Er groeien jeneverbesstruiken en vliegdennen. Ik zie kinderen uitbundig ravotten in het zand, al dan niet met ouders en/of hun hond.
In 1863 werd station Soestduinen geopend en later uitgebreid in de verwachting dat ook het villadorp groter zou worden, maar die verwachting kwam niet uit. Het dorp kende nog een industriewijkje met de firma Kodak en een militair depot. Die zijn verdwenen en het wijkje werd ruim tien jaar geleden aan de natuur teruggeven. Het station werd in 1998 opgeheven. Een natuurbad, in het kader van de werkverschaffing in 1933 aangelegd, werd in 1990 verkocht door de gemeente Soest aan een projectontwikkelaar, die een golfbaan liet aanleggen, een hotel en appartementengebouwen liet bouwen.
De Korte Duinen zijn het keerpunt in de route en onder Soest langs, de (drukke) N43 nogmaals overstekend , langs de noordkant van de Lange Duinen, het spoor weer over en door bos, voornamelijk over een grillige oude stuwwal bereik ik het terrein van de Willem Arntsz Hoeve. Willem Arntsz was een vermogende Utrechter die oog had voor de nood van geesteszieken. In zijn nalatenschap stelde hij geld ter beschikking voor een gasthuis voor deze noodlijdenden. In Utrecht verrees in 1461 – twee jaar na Arntsz’ dood – het tweede dolhuis van de noordelijke Lage Landen. In 1905 kocht wat inmiddels een stichting was terrein in de buurt van de treinhalte aan de Dolderscheweg. In 1906 werd een boerderij gebouwd, waar patiënten konden werken. In feite een zorgboerderij avant la lettre! Langzaam dijde het uit tot een heus dorp in het groen. In de jaren ’70 speelde zich hier de affaire Dennendal af, waar met nieuwe ideeën geëxperimenteerd werd, onder andere door patiënten en personeel onder één dak te brengen. Politie-ingrijpen maakte een eind aan het experiment. Sommige onderdelen er van zijn inmiddels gemeengoed. Het terrein is thans over diverse eigenaren verdeeld: Twee stichtingen, Utrechts Landschap en kunstenaars die anti-kraak wonen en werken. Stichting Altrecht, de opvolger van de W.A.Hoeve, zal het terrein op termijn verlaten. De plek kwam zeer negatief in het nieuws door de moord op Anne Faber, september 2017. In de buurt van Den Dolder en de W.A.Hoeve werd een ontmoeting met een aldaar verblijvende delinquent uit Zeewolde haar fataal.