Het is dinsdag 28 juli in het corona-jaar 2020. In de Zwerfkei, een winkel voor wandelaars en fietsers, als mede voor kampeerders in Woerden, kwam ik een mij nog onbekende wandelgids tegen. Het is er één uit de Wandel Knooppunten Reeks, met als onderwerp en titel bovengenoemde Vallei en Eempad. 22 trajecten door de Gelderse Vallei naar de monding van de Eem. De trajecten zijn uitgezet en beschreven door Fokko Bosker. En dat doet hij bekwaam en aanstekelijk. Dichtbij huis een mooie route leek me. Dus bij het begin beginnen en derhalve toog ik naar Otterlo voor de aftrap.
De twee ijstijden hebben een enorm stempel gedrukt op het landschap van het noordelijk en middendeel van ons land. We hebben er de Utrechtse Heuvelrug en de stuwwallen aan de westflank van de Veluwe aan te danken en de Gelderse Vallei, ingeklemd tussen heuvelruggen, tafelbergen, doorsneden door talloze beken die het water van Veluwe en Heuvelrug afvoerden. Gedurende duizenden jaren werd het stroomdal opgevuld met een veenpakket van soms wel tien meter dik. Rendierjagers waren actief op de hoger gelegen gronden, duizenden jaren later kwamen boeren uit het zuiden en streken neer als akkerbouwers op de Veluwe, Heuvelrug en in ‘t Gooi. Nederzettingen ontstonden, met Leusden als eerste, al spoedig overvleugeld door Amersfoort, een voorde , doorwaadbare plaats in de Amer (Eem).
Wandelen is een krachtig medicijn tegen chagrijn en kwalen schrijft Fokko Bosker in het voorwoord van de gids. En zo is het. Ook tegen obesitas. Wat me bevestigd wordt direct aan het begin van mijn tocht. Er komt een klein mannetje aanlopen, die mij nog ziet lezen in de gids. ‘Bent u nu al de weg kwijt’, vraagt hij goedsmoeds plagend. Het begin van een gesprek, waarin hij vertelt dat hij twee jaar geleden nog 140 kilo woog en intussen er vijftig kwijt is, door behalve een streng dieet ook veel te wandelen. Deze Delftse man, die ik onderweg nog eens tegenkom, begint aan het Eeskooterpad, een klompenpad, vanuit Otterlo en door de omgeving weer terug naar Otterlo. Mijn route maakt veel gebruik van klompenpaden.
Otterlo – oorspronkelijk Utterlo – is meer dan 1100 jaar oud. Otter kunnen we letterlijk nemen en lo verwijst naar bos. Vanaf de veertiende eeuw is het de familie Eyschoten die de dienst uit maakt in het gebied. Vandaar Eeskooterpad. Maar ook omdat de naam verwijst naar het omheinen – het afschieten – van percelen essen. De van oorsprong Saksische akkerbouwers moesten hun gebied delen met edelherten, beren en wolven. ‘Een tekst uit 1659 vermeldt dat er in die jaren meer wolven dan mensen in de streek rondliepen. Een dode moerwolf leverde maar liefst zestig gulden op, een mannetje vijftig’. Aldus de gids. Op de Veluwe is de wolf weer terug en wie weet groeit hij uit tot een aantal zo groot dat er wederom een prijs op haar en zijn kop komt te staan.
Otterlo is nog steeds in de ban van 75 jaar bevrijding , getuige banieren met foto’s van bevrijders en enorme panelen met foto’s van bevrijdingsacties. Verder werft het toeristen met de grote vijf van het wild: moeflon, vos, buizerd, wildzwijn en edelhert. Behalve de buizerd heb ik van de andere vier geen enkel exemplaar kunnen waarnemen.
Ik begin mijn wandeling in de Dorpsstraat, na een kop koffie – omdat ik ook nodig al naar de wc moet – en een ronding van de oude Hervormde kerk, met haar Romaans schip en laatgotisch koor. Aan de rand van het dorp loop ik langs het monument dat herinnert aan de bevrijding door het Canadese leger. Een jong stel kuiert met een peuter naar de ingang van het Nationaal Park Hoge Veluwe en dus ook Kröller- Müllermuseum.
Een holle weg rond boerderij de Houtkamp is vanwege corona afgesloten. Dus loop ik voor de boerderij langs en sla rechtsaf een pad in dat naar het heide- en stuifzandgebied De Zanding voert. Links de overblijfselen van een bos, geteisterd door storm en brand. Het pad voert me een wal van stuifzand op, met bomen begroeid. Twee kloeke vrouwen met drie kleine honden komen me tegemoet. Vanaf een hoogte van tien meter heb ik een prachtig zicht op het intens gele zand, stukken hei en plukken bomen. Betoverend vooral door de volle zon die er op schijnt. Links van me groeit een van de oudste eikenhakhoutbossen van de Veluwe, zo leert de gids me. Het hout vond z’n weg in de kachels, de schors naar de leerlooierijen. In het bos ontspringt de Valkse Beek, bij bungalowpark De Wijde Werelt kom ik in haar stroomdal. De route voert over het park, maar is ook hier vanwege corona afgesloten. Ik wandel derhalve aan het park voorbij, langs de Arnhemseweg om linksaf een bos in te slaan, waar ik uitkom op een stuk hei, met een monument zonder tekst en uitleg. Een echtpaar uit Lunteren dat het klompenpad volgt heeft eveneens geen idee van het wat en waarom van dit ‘monstrum’. L’art pour l’art op de degelijke Veluwe.
Bij een camping het Roekelse Bos in van kaarsrechte grove dennen en lariks en met zicht op een maisveld, waarachter de Valkse Beek zich laat vermoeden. Ik rond over een smal pad een terrein met grote tenten, kenmerkend voor het leger. Opengeslagen flappen geven inkijk op stapelbedden, koffers, handdoeken in een rommeligheid, kenmerkend voor jeugd op vakantie. Padvinderskamp? Een boerenpuber verzorgt de tuinrand van hoeve de Bosrand, die ik links laat liggen. Bij de hoeve de beek over, even later links een weiland door, bij een poel weer links – ik blijf het klompenpad volgen, ook al zegt de gids dat ik die nu verlaat – kom langs een andere kampeerboerderij die zich zelf de leukste van de Veluwe vindt, steek weer het bos in, kom op een verlenging van het klompenpad, waar me de voormalig ultra dikke man met KRO/NCRV petje op tegemoet loopt. De tocht voert me naar ‘s Heeren Loo, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Over het terrein van deze instelling zou ik mijn weg moeten vervolgen, maar al weer verspert corona een goed vervolg. Dus op goed geluk om de instelling heen gelopen, wat een paar kilometer meer scheelt. Ik beland op de N304 en kom voor de ingang van de instelling weer op de route. Langs een rododendron kwekerij linksaf door buurtschap Roekel. Ik sla linksaf richting een zorgboerderij, maar het pad gaat over een chique bungalowpark (Berkenrhode). De route loopt inmiddels parallel met het Beek en Bultpad. Bos door en het wordt eentonig: wederom wordt een toegang ontzegd tot een pad in de route. Dus weer omlopen en uiteindelijk via een andere weg in Wekerom beland. De gids geeft aan dat er van Wekerom een bus gaat naar Otterlo. Maar mooi niet, ja via Ede of Harskamp wellicht. Aldus een vriendelijke Wekeromse die ik aanspreek. Voor een bus komt moet ik driekwartier wachten. Het weer is goed, dus besluit ik redelijk rechtstreeks naar Otterlo terug te wandelen. Ik hou nog een stop bij een blauwe bessen kwekerij voor een koffie met blauwe bessentaart, beiden welkom en smakelijk. Als ik in Otterlo terug ben staat de teller op 22 km.