INTERVIEW TEUN FOHN VOOR NEDERLANDS DAGBLAD ZOMER 2024
‘Zonde is niet dat je homoseksueel bent, maar dat je dat niet omarmt, want zonde betekent dat je je doel mist.’
Na een vlotte tocht door de polder waar inmiddels meer windmolens staan dan er vee graast en een paar kilometer over de Domineesweg , een toepasselijke naam als toegang tot het dorp waar het miegelt van de dominees , verbonden aan tientallen kerken, ben ik aangekomen bij het roomwitte huis van wellicht de beroemdste inwoner van het al oude vissersdorp Urk: Teun Kapitein, door de al vele seizoenen lange gelijknamige real life serie beter bekend als Teun Föhn.
“Er staan wel teksten in de Bijbel die discutabel zijn, maar na grondige bestudering gaan die volgens mij over seksueel verkeer van mannen met jonge knapen of die zich overgeven aan zedeloosheid. Of dat willen, zoals in het beruchte verhaal van Sodom en Gomorra. Hun onzedelijk voorstel aan Lot : gemeenschap met de mannen die hij onderdak biedt, is een schending van gastvrijheid.’
Ik volg de serie niet eens als quilty pleasure, maar vanwege herkenning, als bemoediging en als hilarisch entertainment. Hoe handhaven de twee homo-vrienden Teun en Ab (Snoek) zich in een orthodox-behoudend dorp waar Urk bekend om staat, berucht om is, zo u wilt. De mannen steken hun geaardheid niet onder stoelen of banken, maar worstelen met het vorm geven ervan en de integratie in hun geloofsleven.
De koffie staat amper op tafel en we zitten midden in kern van waarom ik Teun Kapitein wilde interviewen.
‘Dit heb ik zelf moeten uitvinden, want in de Christelijk Gereformeerde Kerk, waar ik ben groot geworden is totaal geen ruimte voor een homoseksueel leven. Met name mijn vader kon niet omgaan met mijn geaardheid. Als kind was ik al anders, zeg maar minder mannelijk, geen stoere jongen. Dat vond hij heel moeilijk. Hij is helaas op jonge leeftijd overleden. Toen hij nog leefde ben ik in de ‘kast’ gebleven. Van nature heb ik een heel vrolijk karakter en daardoor kon ik het in die kast redelijk uithouden.
Op een bepaald moment ontmoet Ik een jongen in Amsterdam, zijn vader was alcoholist, die had het dus niet fijn thuis. Met hem ben ik gaan samen wonen en toen heb ik het wel moeten vertellen thuis. Mijn vader was dus toen al overleden. Mijn moeder reageerde nuchter, maar ook warm: ‘ik hou van je, maar je draagt wel een stempel en dat blijf je houden, je blijft kwetsbaar’. En ze had en heeft gelijk , want als de samenleving onder druk komt te staan, zijn de eersten die aangepakt worden joden, snel gevolgd door de homoseksuelen, zoals zo duidelijk was in de Tweede Wereldoorlog. De Roma trouwens ook. De reactie op Joden is de kanarie in de mijn.
Ik ben nu aangesloten bij de PKN, waar de drie kerken samen een kerkenraad hebben van 175 man. Ik heb bezoek gehad van twee ouderlingen en die hebben mij gezegd: ‘ ook al is het voor de landelijke PKN geen probleem, maar in onze kerkenraad zijn er nog te veel die jou geen ruimte geven om als homo belijdenis te doen’. Dat zou ik dan elders moeten doen, maar dan kun je weer niet hier aan het avondmaal.’
Ze hoeven het met mijn levenswijze niet eens te zijn, als er maar wederzijds respect is. Mijn zussen en broers denken er ook anders over, maar als ik een partner zou hebben kan ik rustig bij ze komen. Maar zij hebben het recht om te denken zoals ze denken. Wij hebben er samen een modus in gevonden.
Ik kende op Urk ook wel die homo zijn, maar die zijn niet automatisch je vrienden, je moet er toch ook raakvlakken mee hebben. Ab is een voorbeeld met wie het wel klikte en was al een vriend voordat we met de serie begonnen. We kunnen het heel goed met elkaar vinden. Kijkers denken dat wij een relatie hebben, maar dat is niet zo.
Ik heb zestien jaar lang een relatie gehad, die eindigde toen mijn partner verliefd werd op een ander. Mijn vriendschap met Ab is toen verdiept. Ik moest vorige week filmen met Ab, op het strand. Er stonden toen dertig van die jongetjes, waarschijnlijk van de Oud Gereformeerde Kerk en die begonnen ons aan te roepen: hee homo, op zo’n denigrerend toontje. Dat raakt me dan toch wel. Op zo’n moment word ik bepaald bij mijn kwetsbaarheid. Ik weet wel dat ik het moet relativeren, maar toch. Ik heb een respectvol mooi leven opgebouwd, ik heb mijn ding gedaan en dan wil je dat dat gezien wordt en gewaardeerd. En wens je niet zo aangesproken te worden. Het homo zijn wordt hier zo zwaar gemaakt. Terwijl het niet zwaar is, onze voorkeur is alleen anders. Heel veel daarnaast is hetzelfde.
Het is voor mij ook de reden geweest om mee te doen aan de serie. Om te laten zien hoe je in een gesloten gemeenschap zijn kunt wie je bent.
Ik ben veel meer dan die homo met die grappige bijnaam. Mijn leven is voortdurend in beweging. Ik hou van zaken ondernemen. Dus vandaar dat ik de kapsalon van de hand heb gedaan. En die handel in antiek ben begonnen. Maar ik ben er achter gekomen dat ik niet graag wat verkoop. En dus gebruik ik mijn ‘voorraad’ om mijn interieur er mee te restylen. Ik voel me goed bij verandering. Nu werk ik een aantal dagen in een kliniek voor mensen met een trauma, bijvoorbeeld na een brand, waarbij ik dienstig ben in de behandeling van huidbeschadigingen en littekens. Maar er zijn ook transseksuelen opgenomen. Ik zie heel veel verdriet bij die mensen. Ik heb er geen oordeel over, maar zie ook dat die transitie niet altijd de oplossing is. Wij hebben als homo’s een strijd moeten leveren, maar als ik zie wat voor strijd zij moeten leveren, dan benijd ik ze niet. Het is trouwens een verschil of je tweeslachtig bent geboren of dat je je niet thuis voelt in het gegeven lichaam.
Gek genoeg krijg ik niet veel reacties op de serie, wel nadat ik mee had gedaan met Bijbelen met sterren van de EO, maar dat richt zich op een andere doelgroep.
Je ziet in de serie een normaal, niet excentriek homoleven, wat je bijna nooit ziet op de televisie. Als vroeger Jos Brink op de tv verscheen, moest de tv uit van mijn vader. Ik denk dat zijn verzet voortkwam uit het gevoel dat hij in zijn mannelijkheid werd aangetast. Mijn vader was tien jaar toen zijn vader verdronk als mede ook zijn broer en moest heel jong, eigenlijk nog een kind, al een vaderrol vertolken in het gezin. Het was daarbij ook een andere tijd.
Dit dorp is getekend door de zee: in wat hij geeft, maar ook in wat hij neemt. Hoe velen hebben hun leven niet gelaten op zee. Dat vormt en stempelt een dorp van generatie tot generatie. Ook mijn vader en dat heb ik leren accepteren. Maar ik heb van hem wel het artistieke geërfd en van mijn moeder de humor. En uiteindelijk ben ik blij om homo te zijn, want ik zeg altijd: wij zijn de paradijsvogels van de samenleving. Wij geven het kleur. En dat kan ook hier, op Urk. Ik heb buiten Urk gewoond met mijn al genoemde vriend, maar toen mijn vader overleed ben ik teruggegaan naar Urk, om mijn moeder bij te staan en vanwege mijn zusje, die nog maar zestien jaar was toen.
En ondanks alles heb ik mijn draai gevonden. Ik zou alleen heel graag nog een kerk vinden waarin ik helemaal thuis kan zijn, volledig omarmd. Ik voel me bij God wel thuis, heb een band met Hem, maar die onderhoud ik zondag thuis met het luisteren en kijken naar diensten op TV.
Trouwens het leven in een stad als Amsterdam is ook niet het einde. Ik was er laatst weer eens, in een bekende homokroeg en zag en ervoer de leegte van alleen maar op zoek te zijn naar lust. Als je jong bent dan ga je experimenteren om te leren welk meisje echt bij je past. Dat hebben wij overgeslagen, je moet dat op latere leeftijd leren. Omdat je heel lang het deurtje van je ziel hebt dichtgehouden, van wat je werkelijk bezielt, en niet geleerd hebt je open te stellen, kom je dat als handicap tegen nadat je de deur hebt opengegooid. En je blijft moeite hebben als iemand dichtbij je komt.
Het feit dat ik nu bekendheid heb doet me niet zoveel, het is net als buikpijn, dat gaat ook weer over. Voor een eventuele relatie kan het een handicap zijn, omdat een heel stuk privacy publiek is.
Nu vind ik het ook lastig om iemand te vinden met dezelfde interesses, de keuze is beperkt. Maar het belangrijkste blijft , in relatie of alleen, dat je in de geest van liefde verkeert en niet in de greep van de angst. Angst doodt, liefde schept’.