ARTIKEL IN KADER KLEINE RIVIERENSERIE NEDERLANDS DAGBLAD ZOMER 2024
Wie kent niet het begin van het episch gedicht Mei van Gorter? Een nieuwe lente, een nieuw geluid.
Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht –
In huis was ’t donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels in mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zoo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In ’t boschje opgaat en zijn reis begint.
Het oude stadje waarvan sprake is, is Balk en de watergracht het riviertje de Luts, dat door Balk stroomt. Een stadje is Balk niet, niet een van de elf steden, maar mooi is het wel. Alsmede de streek waarin het ligt: Gaasterland.
De Luts kent een oerbegin in de voorlaatste ijstijd en stroomt tussen de keileemruggen van enerzijds Harich en anderzijds Wijckel. Na genoemde ijstijd liepen de temperaturen stevig op, waardoor het ijs smolt en als water zijn weg vond in die natuurlijke bedding.
De Luts begint in het Slotermeer en loopt na Balk naar De Holken, een onderdeel van het Heegermeer en de Fluessen. Rond 1840 werd De Lutse uitgebreid met de Van Swinderenvaart.
Bij een Elfstedentocht vormt het riviertje een onderdeel van het traject, dat traditioneel moeilijk dicht vriest.
Harich is een dorp van ruim 500 inwoners met monumenten als de Idske Popke Staete, genoemd naar een 18e eeuwse koopman en De Witte Schuur. De naam van het dorp verwijst waarschijnlijk naar het germaanse harug oftewel offersteen.
Wijckel telt wat meer inwoners, 645 en haar naam verwijst naar een open bos, een lo van ene Wike. Beroemd is het dorp vanwege het praalgraf in de 17e eeuwse kerk van de vermaarde vestingbouwer Menno van Coehoorn (1641-1704) Zijn naam leeft ook nog voort in het Van Coehoornbos, in beheer van het Fryske Gea. Eens lag daar zijn buiten Meerenstein, helaas in 1811 afgebroken.
Balk is in het Gaasterland de grootste plaats met haar ruim vierduizend inwoners. Over de Luts ligt daar ook een fraaie loopbrug, waaraan het dorp haar naam te danken heeft: een brug dus van balken, aanvankelijk alleen boomstammen en doorontwikkeld middels dwarse betimmering van planken. In de 18e eeuw bloeide het dorp in welvaart middels de boterhandel. Een deel van het dorp is gewaarmerkt als beschermd dorpsgezicht.
In Balk werd de priester en theoloog Frans Haarsma geboren die zich juist zou laten gelden als de kenner van de protestantse theoloog Oepke Noordmans.
Met kleine boten niet dieper gelegen dan 1 meter is het heerlijk varen gedurende acht kilometer en zal ook hier opvallen hoeveel Fryske Hinders in het groene land grazen. Een voornaam export product, want overal ter wereld, vooral in de V.S. en Mexico is het Friese paard zeer in trek. En terecht, want zoveel elegantie, zoveel schoonheid in loop en draf en tegelijk stoer en krachtig, vind je niet snel in paardenland.
Naast een forse stoeterij en dekstation pronkt een voornaam wit landhuis, waar ooit hoenderen werden gehouden en derhalve ook Kippenburg heet. Jonkheer Oncko van Swinderen was er verantwoordelijk voor. Je kunt er adellijk in verblijven, met de Luts voor de deur. Een edelman stichtte verblijf, een socialist bezong haar: het kleine maar fijne riviertje is van iedereen.