LINSCHOTEN

Linschoten is een dorp dat onderdeel is van de gemeente Montfoort in de Nederlandse provincie Utrecht. Linschoten is gelegen aan de N204 tussen Woerden en Montfoort. In het dorp gaat het riviertje de Lange Linschoten over in de Korte Linschoten.

Linschoten wordt voor het eerst genoemd in 1172 als Lindescote, een samenvoegsel van Linde (de naam van een riviertje) en scote (een stuk land dat uitkomt boven het laagland). Hoewel er in 1270 pas voor het eerst een vermelding is van een versterkt Huis te Linschoten, was dit er waarschijnlijk ook al in 1172.

Het dorp Linschoten vormde het middelpunt van een heerlijkheid die door het Kapittel van Oudmunster in Utrecht in pacht werd uitgegeven, totdat het kapittel de heerlijkheid in 1633 aan Johan Strick verkocht. Het grondgebied van deze heerlijkheid besloeg het dorp Linschoten, de polder Rapijnen, de Hoge en de Lage Polder van Linschoten, de polders IJsselveld en Mastwijk. Tussen 1661 en 1672 was de raadpensionaris Johan de Witt heer van Zuid- en Noord-Linschoten.

In de Franse tijd (1 januari 1812) ontstond de gemeente Linschoten uit samenvoeging van tien voormalige heerlijkheden, waarvan de belangrijke in het bezit van de familie Strick van Linschoten waren.

Van 19 september 1814 tot 1 april 1817 bestond de bijzondere situatie dat de gemeente in twee provincies lag. Het grootste deel lag in Utrecht, maar Snelrewaard met Lange Linschoten in Zuid-Holland. Op 1 januari 1817 werd Snelrewaard (met Lange Linschoten) weer afgescheiden en op 1 januari 1818 werden Wulverhorst (met Linschoter Haar en Vlooswijk-Kromwijk) en Achthoven (met Heeswijk) weer zelfstandig. Op 8 september 1857 werden Achthoven, Linschoten en Wulverhorst echter weer samengevoegd tot één gemeente. Op 1 januari 1989 werden Linschoten, Willeskop en Montfoort samengevoegd tot de gemeente Montfoort.

De Grote- of Sint-Janskerk in het Nederlandse Linschoten is een van oorsprong katholieke kerk uit de 13de eeuw die aan Johannes de Doper was gewijd. Na de reformatie kwam de kerk in protestantse handen.

In 1482 ging de kerk voor een deel in vlammen op, omdat in de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten poorters van Montfoort zich in de kerk hadden verschanst. Zij werden letterlijk uitgerookt.

Op het Maria-altaar was lange tijd de Gedachtenistafel van de heren van Montfoort te zien. Dit is nu ondergebracht in het Rijksmuseum Amsterdam.

Ten zuiden van de kerk ligt een slingermuur die vermoedelijk rond 1770 is gebouwd.