DICHTER BIJ DE POLDER

artikel Nederlands Dagblad in kader van serie over poëzie in het wild.

Twee grote terrassen flankeren de toegang  tot de dam waar het stadje ooit begon. Het ene met zicht op de haven , het ander op de Alblas. Alblasserdam derhalve. Een monument van brokstukken steen herinnert aan de grootste ramp waardoor Alblasserdam getroffen werd: een Duits bombardement op 11 mei, waarbij de sluis tot puin verviel en 32 doden vielen te betreuren. Op deze plek, gegrift in het collectief geheugen van de hoofdplaats van de Alblasserwaard, vormt het vertrekpunt van een fietsroute langs twaalf gedichten, verspreid in het westelijk deel van deze polder. Twaalf hedendaagse dichters geven uitdrukking van de indruk die het polderlandschap van molens, stokoude boerderijen, knotwilgen, knusse dorpen, vergezichten van weiden op hen maakte.

Het begon in 2002 toen de regionale Lionsclub aan de Dordtse dichter Jan Eijkelboom vroeg om een gedicht, door het polderlandschap geïnspireerd. Hij nam een kastanjeboom bij Nieuw-Lekkerland in zijn dichterlijk vizier met de geboorte van het volgende gedicht als resultaat:

‘Een boom alleen

verleent het platte land een aanzien

dat het bij al die weidsheid

zo naar de hemel toe

nog nodig had’

De Brabantse klokkengieter Eijsbouts goot het in brons en plaatste het op een sokkel. Zo volgden meer gedichten en zijn er twaalf die je ‘dichter bij de polder’ wil brengen als fietser. Nu blijkt ook de Alblasserwaard onderdeel van Nederland als fietsparadijs, maar op de dag dat ik langs de dichters ga zie ik er geen enkele fietser halt houden. Voor een wandelaar is deze tocht te lang voor één dag, maar wel de moeite waard. Wat geldt voor de hele Alblasserwaard, met welk vervoermiddel welk vervoermiddel dan ook.

Het tweede gedicht dat gegoten en op sokkel geplaats werd treffen we vrij snel na de start in Alblasserdam aan de zuidkant van de Alblas tegenover een sportpark. Het is uit 2003 en van Klaas Blokhuis (1935-2017)

Rijzig en kaarsrecht

Staat daar

Iemand op leeftijd

Van goede komaf

In alle eenvoud ook

Voornaam te wezen

Bescheiden op afstand

Zoals gepast

Waar land en water

Samen leven.

Bij Bleskensgraaf waar de Alblas inmiddels de Graafstroom is gaan heten treft de aandachtige fietser het gedicht Huis van de in mei jongstleden overleden Willem van Toorn:

Huis

Dit is van Sint

Elisabeth haar vloed

Het land wie hier

Zijn huis durft

Bouwen

Woont in verhalen van storm en water

Onder de voet gelopen

Aarde en van

Vertrouwen

Op heiligen en dijken

En van de wetenschap

Dat zegen rust op een

Zorgvuldig dak

Ook Bleskensgraaf , geboorteplaats van Willem Aantjes, werd eerder gebombardeerd dan Rotterdam. Een dag na de verwoesting van Alblasserdam raakten veertig huizen vernietigd, verdween het raadhuis in,  werdde Hervormde Kerk onherstelbaar vernield en kwamen zeven inwoners om. Het is het dorp aan te zien. De dorpen Wijngaarden, Molenaarsgraaf en Brandwijk hebben de oorlogstijd doorstaan. Hier en daar getuigen ingemetselde jaartallen  hoe hoog het water op gezette tijden de streek teisterde. Herman de Mans Wassende Water had zich ook in deze waard kunnen afspelen. De vele stokoude boerderijen langs Alblas en Graafstroom en langs de Lek roepen als vanzelf sfeer en inhoud van de werken van J.W.Ooms op, die ik ooit verslond. Het dorpje Wijngaarden van ongeveer 700 inwoners ligt het laagst en kwam in 1953 onder water te staan. Uit dit dorp trokken in de 16e eeuw arbeiders naar Friesland om de kwelders van Het Bildt te helpen indijken; ze waren nog de oude leer toegedaan en stichtten  een RK parochie aan Jakobus gewijd. Deze aanvankelijk Wijngaarden geheten nederzetting kennen we al weer heel lang als Sint Jacobiparochie. De Hervormde Kerk kreeg in 1961 een predikant die ver voor zijn tijd de bio-industrie aan de kaak stelde, zijn zorgen uitte over dierenwelzijn en zich tegen de intensieve veehouderij keerde. Deze dr. Izak Boot was een roepende in de woestijn toen.

Even buiten de kern van het dorp, tegenover een boerderij , niet alleen stokoud, maar ook behoorlijk in verval, maar wel in gebruik een gedicht van Neeltje Maria Min

Het ruikt zoals het vroeger rook

Een vlaag van voorjaarsgras en mest

Ik volg de rietkraag langs de sloot

Verdwaalde varen houdt zich groot

Ik lees de tekens in het kroos

Zie wat er uit de aarde kruipt

Groot hoefblad zuring fluitekruid

Straks komt de zomer van de grond.

De zomer is uit de grond gekomen. In de weiden achter dit gedicht wordt driftig en krachtig gehooid. Dichter en boer zijn samen. Of de boer weet heeft van de dichter?

In elk geval surf naar de website Dichter bij de polder, download de route en ga dichterlijk de boer op door verrukkend polderland.

Edoch volgens die site zijn er meer gedichten buiten die route om, waaraan in totaal dertig dichters aan hebben bijgedragen.

HERVORMDE KERKJE VAN BRANDWIJK, MET KERKHOF EN OORLOGSGRAF.