NAARDEN , VESTINGSTAD VOL POEZIE.

artikel voor Nederlands Dagblad zomer 2024

Naarden behoort tot best bewaarde vestingsteden in Europa en toont een unieke stervorm. Karakteristiek zijn de dubbele omwalling, dubbele grachtengordel en de zes bastions. De oer-ontwerper is Adriaen Anthonisz (1541-1620) , wiskundige, vestingbouwer en burgemeester van Alkmaar.

De enige stad in het Gooi is om diverse redenen de moeite van een bezoek zeer waard. Een wandeling over haar wallen rondom, een bezoek aan de Grote Kerk, in de Stille Week welluidend gevuld met Bachs Mattheus Passion door de Nederlandse Bachvereniging, een bezoek aan het mausoleum van de Tsjechische theoloog en onderwijshervormer Jan Amos Comenius, het stadhuis, het weegschaalmuseum. Of de stad doorkruisen aan de hand van de zestien gedichten die op de gevels van stadswoningen zijn aangebracht.

Twee gedichten brengen een ode aan de grote Bach, een van Willem van Toorn en een van Willem Jan Otten.

Van laatstgenoemde is

Na de Mattheuspassie

Het wemelt hier van neuriënde mensen. U leert ze kennen,
door te groeten, dwalend door het haakse stratenplan.
Zij weven neuriënd Erbarme Dich. Zo u nu neuriet
weeft u mee, een web van stemmen door de Vesting heen.
En wie verstomt, hij neemt zijn draad mee in zijn graf.
Hoor hoe het leven verder weeft, nooit komt het af.

Op een prachtig trapgevelpand  was dit het eerste gedicht van het gedichtenproject,  door Jeroen Paulussen gefijnschilderd. Vanwege een felle maartse kou werd het een helse klus. Verkleumde handen deden het werk steeds onderbreken en in plaats van twee dagen werd het karwei pas in een week geklaard. Het gedicht  werd op Goede Vrijdag 28 maart 2013 door burgemeester Sylvester onthuld.

Een gedicht van Anna Enquist werd op 22 september 2013 door Paulussen aangebracht.

Iemand moet het doen, iemand
moet de schimmen van zieners
en zangers de weg wijzen, iemand

moet bevroren paden betreden onder
schaduwregen van een vlucht spreeuwen,
moet in de melkwitte winter allen

gedenken die hier ooit liepen
en dronken en sliepen – zodat zij
blijven. Iemand moet het doen.

het gedicht ‘Hetzelfde anders’ van Bernlef. Het is aangebracht op de zijgevel van de voormalige Weeshuiskazerne, met zijn hoofdingang aan de Kloosterstraat. Deze kazerne werd in 1986 opgeheven en was de oudste en grootste van Naarden. Vanaf 1440 was hier het Mariaconvent gevestigd, een vrouwenklooster die als een van de weinige gebouwen de door Spaanse soldaten aangestoken stadsbrand van 1572 overleefde. Na de reformatie werd het klooster een weeshuis en Latijnse school. In 1809 vestigden de Fransen er een garnizoen in en 1820 werd het definitief een kazerne.

Tom van Deel, Hanny Michaelis, Vroman, Hillenius, Kopland, Lucebert ze vormen mede een mooie staalkaart van ons land als dichterland.

Het als derde in de stad aangebrachte gedicht, onthuld op 22 maart 2014 door de Tsjechische ambassadeur, is van de Tsjechisch-Nederlandse dichteres Jana Beranová. Het is tevens in haar moedertaal aangebracht. Jana werd op 2 mei 1932 in Plzen geboren en moest met haar ouders in 1948 het land ontvluchten en kwam in ons land terecht. Ze studeerde af als econoom, maar werd bekend vanwege haar vertalingen van o.a. Kundera en Jaroslav Seifert. Voor Amnesty International maakte zij de bekend geworden tekst: ‘Als niemand luistert naar niemand vallen er doden in plaats van woorden’.

‘de mens is een bundel

verzwegen verhalen, klaar om

op te stijgen, uit te varen,

verstoppertje te spelen, alleen

tijdelijk in een haven’  (fragment)

Een oudercommissie van de Rehobothschool nam het initiatief tot deelname aan het project  ( voorjaar 2014), hetgeen leidde tot een gedicht van klas acht: ‘De kracht van groep acht’. Het is aangebracht op een bakstenen zijmuur aan de St. Annastraat. 

Ida Gerhardt is vertegenwoordigd met een drieregelig gedicht:

Alles is pas aangevangen

Ongemeten zijn de kansen

Orpheus liet de stenen dansen

Marjoleine de Vos laat zich met het gedicht Elk paradijs lezen in de historische Turfpoortstraat.  Hier bevindt zich het Spaanse Huis, een van de overgebleven middeleeuwse gebouwen. Waarschijnlijk was het ooit een gasthuis of een kapel daarvan. Tijdens het beleg en de verovering van de Spanjaarden diende het als stadhuis. In de voorgevel herinneren gevelstenen aan het bloedbad dat de Spanjaarden aanrichtten. Het gebouw dient nu als onderkomen van het Weegschaalmuseum, na dienst gedaan te hebben als waag, militaire bakkerij en Comeniusmuseum.

Alle gedichten hebben een sneeuwwitte achtergrond en zijn dus voor de wandelaar niet te vermijden. Een halve dag kun je je zo laven aan bespiegelingen, mooie taal, sprekende beelden en puntige gedachten. Het ondergaan van het wonderschone Naarden wordt goed samengevat in een gedicht van Erik Menkveld.

Moet je de EEUWEN

Hier zien BLOEIEN

Al hun ongekende OGENBLIKKEN

Zich zien OPENEN, elkaar

DOORVLOEIEN. Waarom storten

We ons niet DIE WEMELING in.NB. Bij de VVV is een boekje te verkrijgen en er zijn een paar