DE LUSTEN VAN ENGELBRECHT

artikel over moderne reacties op Tuin der Lusten van Bosch- Museum Breda Ned. Dagblad voorjaar 2024

Het is te toevallig om toeval te zijn. Voor het wellicht beroemdste werk van Jeronimus Bosch moet je nu in de Bosschstraat zijn. En bij het binnenwandelen van deze straat prijkt onontwijkbaar in een wat saai plantsoentje een vurig beeld van het minnespel tussen man en vrouw. Het Stedelijk Museum van Breda, waarnaar we op weg zijn, heeft zalen vol prachtig gepresenteerde werken, voorwerpen, artefacten over de roemrijke en roemruchte geschiedenis van de bakermat van de Nassau’s.

Een van die Nassau’s Engelbrecht II wordt op 17 mei 1451 in Breda geboren, ontwikkelt zich binnen het Hertogdom Bourgondië tot een zeer vooraanstaand edelman en nodigt Jeronimus Bosch uit op zijn Bredaas kasteel voor een schildersopdracht. Het verhaal wil dat Engelbrecht in gewetensnood verkeert, zich ongemakkelijk voelt in een adellijk leven van genotszucht en hedonistische uitspattingen. Bosch moet hem helpen met zich zelf en God in het reine te komen. Op een portret met een valk op zijn arm ziet Engelbrecht er ook gekweld uit, zijn oogopslag is verre van vrolijk, eerder schuldbewust. Enfin Bosch aanvaardt de opdracht en werkt in de jaren 1490-1500 aan een drieluik met een extra voorstelling op de buitenzijde van de gesloten zijluiken.

Engelbrecht is diep onder de indruk van het resultaat en laat het zijn vrienden zien. Het komt in het Brussels verblijf van de Nassau’s te hangen .Via René van Chalons komt het in bezit van Willem van Oranje. De hertog van Alva  confisqueert zijn bezittingen en door zijn toedoen komt het triptiek, nooit als altaarstuk bedoeld, in het Madrileense Prado terecht.

Over herkomst en aanleiding gaan meer verhalen rond, maar deze versie wordt in het Bredase Stedelijk de bezoeker voorgehouden. Ik zag het werk ooit in het Prado en kon mijn ogen er niet van afhouden. Het wonderlijkste hoogtepunt in Bosch’ oeuvre, waarin eindeloos veel te ontdekken valt, wat nu in het digitale tijdperk nog beter mogelijk is middels het inzoomen  op elke detail.

De buitenkant laat een hemelbol zien – voor het eerst in de schilderkunst niet in Gods hand – met in het midden het platte vlak der aarde na de derde scheppingsdag, dus vol groen.

Als we dan het linker paneel opendraaien worden we verrast door God in het rood en in de gedaante van een jongeman, met de trekken van Jezus. Aan weerszijden Adam en Eva, met een olifant, een giraffe en een Caraibische drakenboom vol braambessen. Meerdere vruchtbomen verwijzen  naar het drama van de pluk van de verboden vrucht.  Want als we het rechterpaneel opendraaien zien we het tegenover gestelde van het paradijs: de hel in al zijn verschrikking. Op het middenpaneel zien we in een overvloed aan beelden, figuren, arabesken, dieren, talrijke naakten waardoor het paradijs ontspoorde tot een hellegang. Het is een overvolle tuin der lusten.

Het is verbazingwekkend onaards wat Bosch uit zijn penseel voor onze ogen getoverd heeft. In 2016 gaf het Museum of the Image enkele Nederlandse kunstenaars de opdracht op dit absolute topstuk te reageren. Deze reacties, interpretaties, zijn nu tot eind augustus aan de Boschstraat in Breda tentoongesteld met replica’s van Bossch’ werk.  Eelco Brand reageert in The birth of landscape op de buitenkant van Bosch drieluik met een glazen bol in een kast, de bol is in nevelen gehuld. Daarnaast vangt hij onze aandacht voor de natuur in een doorlopende voorstelling van digitale vormen op stroken papier geprojecteerd in een bijkans militaire slagorde. Brand begon als schilder, maar stapte over tot digitale middelen om verfijnder de natuur en haar elementen te kunnen reproduceren.  Met het effect dat we ons bewust worden dat wij de perfectie van de natuur niet kunnen evenaren. In After Eden reageren Persijn Broersen en Margit Lukács op het linkerpaneel. In een montage van beelden van een kwartier tonen ze de schepping in een afwisseling van lieflijkheid en ruigte, van ondoordringbare wouden en weerbarstige rotsen, met af en toe de roep van een kind of een vogel en het opduiken vanuit het woud van een eenhoorn en edelhert. Opeens ook een mitrailleur. Dreiging  van ondergang, van de vrije val van het paradijs in onherbergzaamheid. De natuur als strijdtoneel, het past in het gehele oeuvre van het duo. De tuin der lusten die tuin der lasten wordt. Van de beelden van het dubieuze paradijs trekken we naar SMACK, een digitaal kunstenaarscollectief. In Paradise geven ze een karakterschets van hedendaagse zondelusten. Animaties in het landschap die de valkuilen van nu verbeelden. Zonden als ijdelheid, hebzucht, walging en uiteraard lust. Het landschap als speelplaats vol verderfelijke excessen. Mensen, dieren en avatars krioelen  door elkaar in een doorlopende voorstelling, waarbij je je net als bij Bosch niet hoeft te vervelen. Ontdekkingen stapelen zich op ontdekkingen. Een lust voor het oog op z’n minst. Zowel Bosch als Smack vergasten ons op het rijkste kleurenpallet ooit. Vervolgens vraagt Floris Kaayk, filmmaker, ontwerper en digitale verhalenverteller de aandacht.  Hij assembleert eenvoudige drie D-scans die gratis op het open net te vinden zijn. Demonen vallen mensen verslaafd aan games aan en binden ze samen tot een optocht richting hel. Je kunt ook zeggen de hel zuigt ze als het ware naar zich toe, de zondaars lijken magnetisch aan elkaar geklonken.

Van de vele beelden bijgekomen spreekt de directeur via een scherm je toe met een samenvatting van het leven van Engelbrecht, met als uitsmijter dat de edelman uiteindelijk aan wellust  in 1504 overleed, jawel aan syfilis. Dankzij zijn opdracht aan Bosch is zijn praalgraf in de Grote Kerk niet geheel onverdiend: op loopafstand  van waar Bosch en besproken reflecties bewonderd kunnen worden.