EEN HUIZER IN MUIDERBERG

Laat ik voorop stellen dat ik niet te klagen heb over mijn onderkomen in mijn geboortedorp Huizen, maar in alle oprechtheid acht ik Muiderberg uitnemender dan het mijne. Diverse soorten van bebouwingen, een dorpsplein van groen met heuse muziektent, het Rechthuis, villa’s, het huis van ooit Polak, het strand, het strandvermaak, de polder met zicht op het Muiderslot, in de kindertijd in de ziel gegrift in krijgshaftige romantiek.

Niet te vergeten het idyllische stokoude kerkhof en dat van de Joodse gemeenschap, het Echobos, het prachtige gedrongen kerkje op het duin en ga zo maar door.

Ik kende Jan de Beus’ moeder eerder dan Jan zelf. Dat zit zo. Mijn vaders vader, naar wie ik vernoemd ben had een zuster meutje Klaasien op z’n Huizers. Zij was getrouwd met Jan Schaap, in ons dorp bekend als Jan Besuijen. Meutje Klaasien bleek zeer vruchtbaar en schonk haar zelf en manlief tien kinderen, onder wie Nelletje oftewel Nel, die trouwde met Herman de Beus. Zij was vier jaar ouder als mijn vader, die dol op haar was en haar regelmatig op zijn vrije dagen opzocht en mij vaak meenam. Van Jan was nog geen sprake, in de verste verten niet.

Nu had mijn vader voordat zijn nicht in Muiderberg kwam wonen al een band met Muiderberg. Hij was namelijk in zijn jonge jaren voor zijn huwelijk boerenknecht geweest, gedurende vele jaren vanaf zijn veertiende in dorpen als Pijnacker, Weesperkarspel, Maartensdijk en ook Muiderberg bij de familie Ter Beek van de molen.

In de polder tussen Muiderberg en Muiden diende hij een vrijgezelle boer, die als mijn vader nog laat van het land kwam nodigde zich ‘aan hem te warmen’ in zijn bedstee. Mijn vader wist dat de andere knecht zich regelmatig liet ‘verwennen’, maar zelf vloekte hij de boer stijf.

Op de Kweekschool Rehoboth in Utrecht zat ik in de klas met Okke de Boer, die ik al kende van de MULO en als organist van t Visnet in ons dorp. Maar toen werd hij organist in Muiderberg en hij vroeg me eens solo te zingen bij en met hem. En zo geschiedde. In mijn herinnering rookte de onverstoorbare maar bekwame Okke een sigaretje, waarbij hij de rook met beide handen uiteendreef.

Nog weer vele jaren later, in 1988, reisde ik met Ronald van de Boogaard voor de VPRO-radio het boek van Jac. P. Thijsse  Langs de Zuiderzee na. En zo kwamen we ook in Muiderberg. Thijsse repte niet alleen van de Zuiderzee als een suf ondiep zeetje, maar ook van het Echobos. Wij spoorden iemand op die ons de werking van de echo kon laten horen. De man deed zijn uiterste best, maar een echo hoorden we niet; steeds op andere plekken declameerde hij de befaamde regels van Vondel, maar onze oren en microfoon vingen geen verdubbeling c.q. weerkaatsing. We vonden het zo zielig dat we op een geven moment zeiden het te horen. In de studio hebben we toen een echo gefabriceerd, dat wil zeggen de technicus van dienst.

Nog weer later kwam Jan de Beus in mijn leven en ik bij hem over de met duizenden met boeken bedekte vloer en wanden. Heerlijk! Jan nam me mee het Joodse kerkhof op ; we gingen op onderzoek uit naar graven van gezamenlijke voorouders; ik deed mee aan een poëzie-annex kunstmiddag en onlangs trakteerde achterneef Jan me op een prachtig concert van jonge talentrijke musici in het fraaie kerkje.

Predikant had ik zeker wel in Muiderberg willen zijn, het zal er niet meer van komen, maar hopelijk kan ik ook nog eens behalve de orgeltrap de kanseltrap  bestijgen.

Artikel voor het tijdschrift van Historisch Muiderberg