DE KINDERNEVENDIENST ALS KERKUITGANG 57

COLUMN 57 – NEDERLANDS DAGBLAD – 16 juni 2023

Jaren geleden al weer, ik was nog predikant in Ossendrecht, en ging voor in een PKN gemeente in Amersfoort. Op een gegeven moment vertrokken de kinderen naar hun dienst en even later ook de jongeren. Ik kon het niet nalaten op te merken dat als de ouderen nu ook naar hun eigen viering zouden gaan, ik naar huis kon. Hilarisch gelach al om. Maar voor een tweede beurt werd ik niet meer gevraagd. Maar dat kan ook aan de afstand, dus de reiskosten, gelegen hebben.

In de Amsterdamse Muiderkerk bestond ik het om bij het kindermoment ook aan volwassenen te vragen indien ze dat wensten naar voren te komen. Wat inderdaad een paar oudere gemeenteleden deden. Na afloop werd ik heftig aangevallen door een dame die me verweet de kindernevendienst belachelijk te maken. In elk geintje schuilt een seintje, luidt het gezegde. In mijn geintjes niet het seintje de kindernevendienst belachelijk te maken, maar wel om die te problematiseren. 

In verband met kinderen wordt veelal Jezus’ woord : ‘Laat de kinderen tot mij komen en verhindert ze niet’ geciteerd. Maar wat doen we zodra het Woord waarin het om Jezus draait gelezen en verkondigd gaat worden:  we sturen ze weg naar een zaaltje! Het heet niet voor niets kinder-nevendienst!

Zeker, de dienstdoende predikant heeft een praatje gehouden met de kinderen, naar voren geroepen om zich rondom hem  te scharen. 

De meeste predikanten zijn niet opgeleid om volwaardig en respectvol met kinderen te communiceren. Daarnaast moet je maar afwachten wat er in die zaaltjes gebeurd. Worden de kinderen daar op hun niveau ingewijd in de geheimen van het schriftverhaal? Of worden ze direct aan het tekenen en kleuren gezet? Of krijgen de kinderen een soort minidogmatiek voorgeschoteld in een geloofsschema uit de jeugd van de kinderjuf of meneer? Zelf maakte ik het mee dat toen de kinderen weer terug kwamen in de viering ze tekeningen hadden gemaakt van God met baard op een wolk. Tsja.

Er zijn gemeenten waar de kinderen niet meer in de dienst terugkeren, dus niet bij de gebeden zijn en zegenloos kerk en kerkpad verlaten.

In veel PKN gemeenten is de praktijk dat als de kinderen voor de kindernevendienst te oud zijn geworden dat je ze daarna bijna niet meer ziet, al snel gevolgd door hun ouders. Geen wonder: we hebben ze in elk geval van viering en preken ontwend gemaakt.

De crisis van de kerk is de crisis van viering en prediking. De vieringen zijn een ratjetoe, al naar gelang de theologische pet van de gemeente (lees dominee) staat en preken zijn of veel te lang,waarin het amen van de gemeente eerder klinkt dan die van de voorganger. Of het zijn geen preken, maar praatjes voor de vaak of essay’s, waarbij meer een beroep op het hoofd dan op de ziel wordt gedaan.

Kinderen in de dienst houden moet de spiegel zijn voor de voorganger om Jezus’ oproep te laten gelden. Daarnaast is het helemaal niet erg als zaken kinderen ontgaan.   Kleintjes kun je ook een plekje geven om tijdens de preek te kleuren. Kinderliederen zijn er genoeg; kinderen kun je schriftlezingen – na training – laten doen, laten helpen bij het collecteren. En thuis kun je aan tafel het bijbelgedeelte waaruit gepreekt werd nog eens lezen en bespreken.

Predikanten in opleiding zouden m.i. een extra scholing in retorica, didactiek  en theatrale vorming moeten volgen. Of wellicht eerst  een onderwijsdiploma moeten behalen.

En zo een ander woord van Jezus ter harte nemen: ‘wie niet wordt als een kind, kan het Koninkrijk Gods niet binnengaan’.

Als mede Mattheus 11, waarin Jezus zijn vader dankt  dat Hij zijn geheimenissen aan wijzen en verstandigen verborgen heeft gehouden, maar aan kinderen geopenbaard.

Afgelopen zondag weigerde een joch van zes  in de bank vóór mij mee te gaan naar het zaaltje. Ik kon het niet laten redelijk duidelijk ‘goed zo’ te roepen. Een geintje met een seintje ja!