VROEG IN DE MORGEN

ND COLUMN 19 APRIL 2021

’t Was Pasen. Maar te vroeg in april om een mooie dag te worden. Het K.N.M.I. had een zwaarbewolkte, gure dag voorspeld en zo was het ook uitgekomen. Het Biltse instituut scheen trouwens altijd beter in het voorspellen van slecht dan van goed weer. Alsof er voor haar premies te verdienen waren op depressies..
Het was nog vroeg in de morgen, Klaas Vaak was nog koning in het dorp. Het bescheiden gekwetter van vogels onderstreepte de heersende stilte.
Eén man was echter al op. Met aan z’n voeten slechts sloffen en een das om z’n nek fietste hij door de op kerkgangers wachtende straten.
De man zou over een paar uur ook naar de kerk gaan. Met z’n vrouw. Zoals hij dat elke zondagmorgen gewend was.
Niet dat hij zo gelovig was. Zeker niet zoals door zijn omgeving gevraagd werd. Zijn eigenzinnigheid stond in de weg om zich vol overgave toe te vertrouwen aan de benauwde sfeer van ‘zijn’ kerk, de stroef gezongen psalmen en de knoestige bedrukte preken. Toch verzaakte hij niet, omdat hij het op zijn leeftijd te moeilijk vond uit de gewenning los te breken.
Maar in zijn binnenste spookte de twijfel, broeide het verlangen naar zielreikende woorden van ontferming en stormde de afkeer van alle schijnheiligheid die hij bij juist vrome kerkbroeders tegenkwam.
Daarom ook was hij vroeg opgestaan en met zijn fiets op weg gegaan, even weg uit het soms zo beklemmende dorp, waar iedereen nog sliep en niet aan Pasen dacht.
Hij wilde een paar uur alleen zijn, met zichzelf, voor dat de hem vreemde vroomheid en de hoge woorden weer beslag zouden leggen op zijn ziel.
En terwijl zijn benen met grote regelmaat voortmaalden, dacht hij aan z’n oudste zoon. Van wie hij zoveel hield en die voor hem zoveel jaren onbereikbaar was geweest. Altijd had zijn vrouw tussen hem en z’n zoon gestaan. Later was het de vrouw van zijn zoon zelf geweest die de barriere vormde.
Pas de laatste tijd waren ze nader tot elkaar gekomen, vanaf het moment dat zijn zoon verteld had dat hij homo was en ging scheiden. Niet lang daarna was hij thuis gekomen met een knappe vriend die hij voorstelde als Jesus, op z’n Spaans uit te spreken als Gesoes.
‘Je mag ook Jozua zeggen hoor pa, dat is hetzelfde. Toen ik hem tegenkwam werd ik ontdekt aan me zelf, aan mijn ware aard. Jesus heeft me als het ware bevrijd’.
Eigenlijk begreep hij er niets van. Homofilie had hij altijd afschuwelijk gevonden. Ondanks dat een broer van hem ook zo was of juist misschien wel daardoor, omdat z’n broer nou niet bepaald begenadigd was met een betrouwbaar karakter.
Maar juist de bevrijding van zijn zoon had de brug geslagen tussen hen. De jongen was zich zelf geworden, vrij en vrolijk. En bracht de lach, de warmte en de aandacht terug in het na de uittocht van alle kinderen zo kil en stil geworden huis.
Van lieverlee was zijn zoon hem tot kameraad geworden. En Jesus had hij als extra ‘zoon ‘ er zomaar bijgekregen.
Zo was hij ook zelf veranderd. Milder en zachter geworden. Een nieuw mens was in hem tot opstanding gekomen.
Toen hij het dorp weer binnenreed begonnen de kerkklokken te luiden en zag hij een bleek zonnetje door de grijs bedekte lucht breken.
Thuis gekomen pakte hij nogmaals de kaart, gisteren in de bus gevallen.
Paasgroet van Johan en Jesus. Met een gedicht van Inge Lievaart.

De eerste dag

Het was vroeg in de morgen de eerste dag
van een nieuwe tijd

en het gebeurde
dat Hij die was gestorven koud als een steen daar lag achter een steen geborgen opstond
in het licht liep
de dood meester
en terugriep
de in verdriet verdwaalden de herder bleek die waarlijk tot in de dood afdaalde voor zijn schapen

het was vroeg in de morgen de eerste dag van
een nieuwe tijd