ND RIVIERENSERIE ZOMER 2021
In de vroege ochtend met staalblauwe lucht wordt de stilte verbroken en tegelijk bevestigd door het dubbel geklepper van pa en ma ooievaar , hoog op een paal naast wat hier Die Vechte heet. Want we bevinden ons in Laar, Kreis Bentheim, net over de grens onder Coevorden.
Deze voor ons Overijsselse Vecht is een regenwaterrivier die in het Münsterland ontspringt en bij Zwolle uitmondt in het Zwarte Water. Dan heeft hij er 167 km op zitten, waarvan 60 km op ons grondgebied.
In ons land stroomt de Vecht door een opvallend breed dal tussen Drenthe en Twente, beide hoger gelegen. Daar ontstonden in de middeleeuwen de esdorpen. Dorpen die leefden van de akkerbouw, bemest met wat de schapen afscheidden op de er achter gelegen heidevelden. In de potstal werd de mest vermengd met heideplaggen en dat werd op de zandige akkers gebracht die zowel hoger als vruchtbaarder werden. Langs de rivier lagen de graslanden als weide- en hooiland. De komst van de kunstmest maakte een eind aan dat eeuwenoude cultuurlandschap: de heidegronden werden bebost, de veengronden afgegraven.
De rivier zelf ondervond ook functieverandering. Tot ver in de 19e eeuw werd er vooral Bentheimer zandsteen over vervoerd. Bij de grens moesten hoge tolgelden betaald worden, dus werd er driftig gesmokkeld, zoals het spijkeren van zijden spek tegen het boord.
Ook op de vaste wal werd gewin en vermaak gevonden in het smokkelen. In de buurt van Gramsbergen is een hut nagebouwd waar commiezen zich in schuil hielden wier taak het was smokkelaars op heterdaad te betrappen.
Als regenwaterrivier kent het een onregelmatige waterstand, waardoor het varen geen sinecure was. De beste tijd was die tussen oktober en april. De zompen, toch al brede en ondiepe pramen, werden aangepast, maar dan nog stond er in de zomermaanden zo weinig water dat de scheepvaart wekenlang stil lag. Tot 1908 meanderde de Vecht ook nog. Toen werd hij gekanaliseerd, waardoor het water nog meer daalde en zeven stuwen noodzakelijk werden. De rivier is nu ontvankelijk voor kano’s en er zijn bij Junne vistrappen aangebracht.
De Vecht rijgt op ons grondgebied een aantal aardige plaatsjes aaneen, zoals de stad Ommen, bakermat van de adellijke Van Pallandts, en met monumenten als de Brigittakerk en als lokale lekkernij het vijfhoekig broodje van gekruid brooddeeg. Dalfsen is al stok oud, met vondsten uit het Neolithicum en acht merovingische grafkuilen. Het beschermde dorp Vilsteren houdt zich als RK enclave staande in een protestantse omgeving en Mariënberg heeft haar bestaan te danken aan de Broeders des Gemeenen levens van Sibculo die in de 14e eeuw de ‘Hut Mariaborch’ bouwden.
In Hardenberg stond ooit Willem Barnard op de kansel. Daarna heeft vernieuwingsdrang voor veel vernieling gezorgd, helaas.
Het dal van de Vecht bij Gramsbergen beviel ons het best. Weldadige rust, nauwelijks verkeer, oude boerenhoeven, veel Lakenvelders die lobbig uitnodigden bij hen aan te schuiven. Een goedlachse knul van vijftien verscheurde de stilte met zijn crossauto, maar om met Nescio te spreken; ‘wij vergaven hem’.