ANGSTEL

Rivierenserie ND – 2021

‘Omdat Jezus leeft, ben ik niet bang voor de toekomst’. Met reuze chocoladeletters staat het op een bord dat leunt tegen het schuurtje dat bij de brugwachterswoning hoort. De brugwachter zelf, voorzien van de baard van een Russische monnik vertelt met pretogen dat hij behalve brugwachter ook evangelist is. De brug die hij opent en neerlaat voert naar het Kasteel van Loenersloot. Het is zo’n kasteel dat je doet verlangen naar grote open haarden en stoere ridderverhalen. De oorsprong ligt in de 13e eeuw. Het kloeke kasteel met stoere donjon, dat wordt beheerd door het Utrechts Landschap functioneert bijkans als de poortwachter van het sterk meanderende gedeelte van de Angstel. Net als ‘Amstel’ is het een Oudnederlands woord voor ‘waterig gebied’.

De Rijksstraatweg volgt de slingers zo strak mogelijk. Diverse karakteristieke Hollandse ophaalbruggetjes geven indien gewenst toegang tot oude en voormalige boerderijen. Op een er van woonde uitgever Geert van Oorschot.
Op het donkerblauwe water drijven waterlelies die zich in betoverend witte pracht ontvouwen. Frederik van Eedens De Waterlelie dringt zich onweerstaanbaar op.

Ik heb de witte waterlelie lief,
daar die zoo blank is en zoo stil haar kroon uitplooit in ’t licht.

Rijzend uit donker-koelen vijvergrond, heeft zij het licht gevonden en ontsloot toen blij het gouden hart.

Nu rust zij peinzend op het watervlak en wenscht niet meer…

In Baambrugge gaat voor een sloep de brug uit 1877 open, niet meer met handkracht. Brugwachter Dirk hoeft nu slechts een knop in te drukken en loom maar doeltreffend kantelt het brugdek. Dirk bedient meerdere bruggen in de omgeving, heeft een scooter en een mobiel en is op afroep beschikbaar. Hij heeft ook nog een nieuwtje, die hij dan niet dan wel en dan toch graag aan ons kwijt wil. Vijftig jaar geleden traden de Beach Boys hier op en dat gaat in november gevierd worden. Wellicht wel met hen zelf!

Het stokoude Abcoude is een knooppunt van riviertjes: behalve de Angstel geven ook de Winkel en het Gein het dorp een schilderachtig cachet. De Angstel heet op oude kaarten overigens ook wel Gein. Namen van buitenplaatsen en boerderijen als ‘Beek en Gein’, Geinwijk en Geinzigt zijn daarvan nog een echo.
De Angstel mondt uit na het dorp in het Abcoudermeer, waar vervolgens de Holendrecht naar de Amstel slingert.
Op 26 augustus 1953 onderneemt de dan ruim 70 jaar oude schrijver Nescio (J.H.F.Grönloh) een tochtje naar de streek van het dromerige riviertje. In zijn Natuurdagboek schrijft hij : “Bus 9.48 naar Loenersloot. Lichtblauwe lucht met witte wolken en wat wind… In Loenersloot was de zon heet, het licht stekelig en de wereld leek schaduwloos”.
Op net zo’n dag zagen we de Angstel onder de Provinciale Weg naar Hilversum (schepping van Anton Mussert!) een licht kronkelend vervolg nemen en rechts afslaan naar het Amsterdam Rijnkanaal, dat haar destijds wreed doorsneed. Als Nieuwe Wetering is er de verbinding met de Vecht. Daar begon haar bestaan als zijarm. Slechts tien kilometer lang, maar genoeg voor flinke porties weemoed en verlangen tegelijk.