In Cluj leren toekomstige theologen bruggen te bouwen.

ND 10 juli 2022 – met Maarten Boersema

page40image8291424

Juf Sorina en vertaler/voorganger Ivan, in de school voor Oekraïense vluchtelingen in Cluj.

Al eeuwenlang zijn er banden tussen Nederlanders en Hongaren. Ook met en vanuit de theologische opleiding in Cluj, Roemenië. Studenten en kerken in de stad proberen in deze tijd ook weer bruggen te bouwen: naar de Roma en naar Oekraïense vluchtelingen.

page41image8218128

Het is rustig in de gebouwen van het Pro- testants Theologisch Instituut in het Roemeense Cluj. De ruim honderdvijftig studenten zijn naar huis voor de zomer. Dat geldt niet voor Csaba Balogh, decaan van de opleiding. Hij heeft het druk met vergaderingen en voorbereidingen voor komende conferenties. ‘Binnenkort ga ik naar een congres in Zürich en daar moet ik ook nog mijn inhoudelijke bijdrage voor schrijven.’ Hij kiest zijn woorden zorgvuldig en met een bepaalde ernst. Het maakt daarbij niet uit of het gaat over de gevolgen van corona voor de kerk en het onderwijs, of over de effecten van de oorlog in de Oekraïne op het leven in Cluj. ‘De laatste jaren voor corona hadden we telkens rond de 25 à 30 nieuwe studenten per jaar. Dat waren er afgelopen jaar zestien. Het heeft, denk ik, ermee te maken dat veel studenten op een jeugdkamp de laatste impuls kregen om theologie te gaan studeren. We weten dat uit de aanvangsgesprekken die we met elke student voeren. Die jeugdkampen zijn de afgelopen jaren door corona niet georganiseerd en dat kan mede een oorzaak zijn van het uitblijven van studenten.’ Hij is even stil. Alsof hij zijn woorden, die hij overigens in vlekkeloos Nederlands uitspreekt, moet overdenken. ‘We zien ook dat onze kerken minder vol zitten, sinds we weer ongelimiteerd naar de kerk kunnen gaan. We weten gewoon nog niet zo goed welke gevolgen de pandemie op het kerkelijk leven en onze instelling heeft.’

minderheid binnen een minderheid

Balogh deed een masterstudie aan de Theologische Universiteit aan de Broederweg in Kampen en promoveerde daarna aan dezelfde instelling op een oudtestamentisch onderwerp. Hij kijkt de indrukwekkende zaal door met aan de muur schilderijen van vele voorgangers. In de hoek is ook een portret van Karl Barth te ontdekken, die ooit bij de instelling te gast was. De instelling (zie toelichting) is vooral gericht op de Hongaarse Gereformeerde Kerk in Roemenië – een minderheid binnen een minder- heid in het land. ‘Onze situatie als minderheid is sterk verbeterd, als je dat vergelijkt met het verleden, maar onze autonomie en vrijheid staan soms wel onder druk. Wanneer we bijvoorbeeld ziek worden, dan willen we daarover graag met een arts in onze moedertaal spreken. Dat is lang niet altijd mogelijk. Een Hongaarssprekende arts is moeilijk te vinden.’

Balogh vertelt dat de autonomie van onder andere de Hongaarse minderheid in Oekraine nog meer onder druk staat. ‘Dat was voor de oorlog al. President Zelensky heeft een wet ingevoerd die bepaalt dat Hongaarssprekende Oekraïners de eerste vier basisschooljaren in hun moedertaal kunnen volgen. Na het vierde jaar moeten ze naar een Oekraïenssprekende basisschool. Zelensky heeft er vast een goede verklaring voor en zegt dat het niet is om Hongaren te onderdrukken; toch wordt het door velen wel zo ervaren. Dat zou ook als achtergrond gezien moeten worden voor de beslist niet wolkeloze relatie tussen de Hongaarse premier Orbán en Zelensky.’

Door het open raam komen de levendige geluiden vanuit de stad binnen. Het instituut is op een A-locatie in het centrum van Cluj gevestigd. Baloghs ogen zijn de afgelopen jaren steeds meer opengegaan voor de waarde en het belang van iemands eigen achtergrond en cultuur. ‘Zelfs binnen de Hongaarse Gereformeerde Kerk in Roemenië zijn er grote verschillen. Dat heeft soms te maken met de streek waar je vandaan komt en naar de kerk bent gegaan. We vragen sinds enige tijd aan studenten om de gemeente waar zij stage lopen, te beschrijven door op zoek te gaan naar wat kenmerkend is.’

Dat onderzoek moet studenten meer gevoel geven voor de context waarin ze komen te werken. Al de verschillende werkstukken kunnen uiteindelijk ook door anderen gebruikt worden. Het project wordt ondersteund door Fundament, een Nederlandse stichting voor hulp aan Hongaarstalige gereformeerden.

brug naar de Roma

Je zou kunnen zeggen dat toekomstige theologen leren om bruggen te bouwen. Iets dergelijks zit Debora Habnit-van der Wielen in de genen. Na de afronding van haar studie theologie in Kampen vertrok ze in 2011 naar Roemenië om te werken bij de stichting Charis. Dat was in eerste instantie voor een jaar. ‘Na dat jaar ben ik weer naar Nederland gegaan om vervolgens in 2013 voor onbepaalde tijd naar Roemenië te gaan.’
In haar werk is ze vooral gericht op het bouwen van bruggen richting de Roma in het dorp Floreşti, dat tegen Cluj aangeplakt is. ‘Ik heb geleerd dat je veel tijd moet nemen om vertrouwen te krijgen en een band op te bouwen.’

Iets dergelijks zegt Marien Kroon, oprichter van de stichting Charis, ook. Via wonderlijke wegen kwam hij in Roemenië terecht. ‘Ik zei altijd dat ik geen kinderwerk wilde doen, ook geen voorganger wilde worden en zeker geen eigen organisatie zou gaan beginnen. Drie keer raden wat er is gebeurd?’ Kroon is van het slag ‘blij evangelisch’ en ‘handen uit de mouwen’. Het heeft geresulteerd in de organisatie Charis met een bijbehorende kerk: Casa Agape, huis van liefde. ‘De Roma vormen een complex zigeunervolk. Op dit moment zie ik veel organisaties stoppen met werken onder Roma. Dat zegt veel. Maar wij gaan door. Want ik – een evangelische jongen – heb door het lezen van de katholiek Henri Nouwen ontdekt dat we thuis mogen komen bij God. Dat geldt ook voor Roma. Bedenk dat bij dit zigeunervolk een bepaalde onrust in het bloed zit. Ze hebben altijd gereisd en zijn nooit echt ergens thuis geweest. Wij proberen een plek te zijn waar ze dat wel kunnen: een huis van liefde.’

Oekraïense vluchtelingen

Een paar kilometer verder proberen leden van de plaatselijke Church of Christ een thuis te bieden aan Oekraïense vluchtelingen. Sorina Vintila, vrouw van de voorganger, is een van de drijvende krachten. ‘We vangen sinds het begin van de oorlog vluchtelingen op. Meestal zijn ze op doorreis, soms blijven ze langer. Ook zijn we een winkel gestart waar Oekraïense vluchtelingen, op vertoon van een paspoort, spullen kunnen krijgen. We worden daarin gesteund door stichting Charis.’ Daarnaast verzorgen ze ook onderwijs aan jongeren. Niet veel later stroomt het in allerijl gebouwde schoollokaal vol. Sorina is de juf en wordt vertaald door Ivan, voorganger van de Church of Christ in het Oekraïense Severodonetsk. ‘Ik werd twee weken achtereen gewekt door artillerievuur op zondagmorgen. De ene keer links, de andere keer rechts van mijn raam. Op enkele meters afstand. Het was voor mij het teken om weg te gaan.’ Hij is nu veilig in Cluj en preekte onlangs in de plaatselijke Church of Christ. Zijn preek ging over Daniel 3, het verhaal van Sadrach, Mesach en Abednego, die niet op de knieën gingen voor die aardse grootheerser. Hij kijkt er veelzeggend bij en zijn ogen draaien betekenisvol naar omhoog.

Toelichting

De Protestantse Theologische Universiteit in Cluj, opgericht in 1895, verzorgt de opleiding tot predikant in de Hongaarssprekende Gereformeerde Kerk, de Evangelisch-Lutherse Kerk en de Unitarische Kerk. Deze zijn voornamelijk te vinden in Transsylvanië, dat eerst bij Hongarije hoorde, maar in 1919 bij het Verdrag van Trianon bij Roemenië werd gevoegd. Het instituut werd opgericht in 1895 door de toenmalige bisschop Szasz Domokos, van wie een levensgrote buste te bewonderen valt op de binnenplaats.
Al vanaf de Reformatie waren er banden tussen Hongaren en Nederlanders; ook studenten uit Cluj konden hun studie voortzetten aan Nederlandse universiteiten. Na de communistische machtsovername in 1946 werd dat onmogelijk. Toen kwam vanaf 1968 een omgekeerde pelgrimage op gang: Nederlandse theologen kwamen tijdelijk wonen en studeren in Cluj.

Een van de belangrijkste brugfiguren tussen Hongaren en Nederlanders was Istvan Juhasz (1915-1984), een internationaal gerespecteerd kerkhistoricus. In 1995 werd een stichting opgericht die zijn naam draagt, met als doel weinig bemiddelde studenten financieel te ondersteunen, bij te dragen in de kosten van bij- en nascholing en het bevorderen van theologisch wetenschappelijk onderzoek en uitgeven van in het Hongaars vertaald theologisch werk

page41image8296800

Kinderen van Oekraïense vluchtlingen spelen vlak voordat school begint.