Rivierenserie ND deel 4 De Dieze – 22 juli 2022- beeld Maarten Boersema
‘ Duizend jaar geleden op de plek waar de riviertjes de Dommel en de Aa bij elkaar kwamen, ontstonden wat zandbanken en daarop ontstond een kleine nederzetting.’ Het is het begin van een tochtje waarbij de goedgeluimde zeventiger ons niet alleen door de geschiedenis loodst, maar ook door de kronkelende Dieze, die alweer eeuwen onder genoemde nederzetting door loopt. Varen op de Dieze in een fluisterboot is in Den Bosch een topattractie met de allure van een Bossche Bol.
De stad met zijn majestueuze St. Jan kent als bijnaam ‘Moerasdraak’, een naam overgehouden uit de Tachtigjarige Oorlog toen het een vestingstad was omringd door moeras.
Vanuit het zuiden is de blik op de hertogenstad, dominant in de Meijerij, nog immer als eeuwen her. Uniek in ons land, zoals ook dus dat varen over de Dieze, onder al die togen waarop huizen, voormalige kloosters en winkels rusten door, en waaronder des winters vleermuizen fluisterend vlieren, kunnen flierefluiten, buit vangen, overleven, omdat de nieuwsgierige toerist weg blijft, de bootjes dan het zwijgen is opgelegd.
Waar we nu aangenaam onder de levendige stad door kronkelen wordt de Binnendieze genoemd, een verzamelnaam van een aantal stromen in de binnenstad. Deze loopt uit in een binnenhaven en gaat vervolgens samenstromen met de Aa en de Dommel en de Zuid-Willemsvaart tot de slechts vijf kilometer lange Dieze die uitmondt in de Maas. Wellicht duizelt het u en dat past bij de naam, want de naam is wellicht afkomstig van het oude Indo-Europese woord ‘dheus’ met als betekenis ‘draaien, dwarrelen’.
Waar de Dieze in de Maas stroomt, lag in vroeger dagen Fort Crevecoeur, in 1587 als aanvankelijk naamloze schans gesticht door het Staatse leger onder leiding van Filips van Hohenlohe-Neuenstein, die gehuwd was met Maria van Nassau, de tweede dochter van Willem van Oranje. Vanuit deze schans werd de scheepvaart op de Dieze gecontroleerd. Die controle belemmerde de scheepvaart en deed die derhalve pijn, vandaar de latere naam, te vertalen als ‘Fort Hartepijn’, zoals in het Aardrijkskundig Woordenboek van A.J. van der Aa van 1841.
Na de verovering van de stad door Frederik Hendrik in 1629 kreeg het fort de functie de stad te verdedi- gen tegen onheil uit het noorden. Er is niet veel meer van over dan een overwegend kale vlakte en een haventje.
Voor de amateurhengelaar c.q. sport- visser is de Dieze een eldorado door de dominante aanwezigheid van paling, baars en blankvoorn, maar ook kans op winde, pos, zeelt, snoek, rietvoorn en brasem. Zelfs bot is er aangetroffen.
Met trots vertelt onze met mond en hand vaardige gids dat in 1969 het Rijk een demping van de Dieze dwarsboomde; dat de rattenoverlast met succes werd bestreden door een verbod om de Dieze als riool te gebruiken.
‘In de Watercanon van Nederland van 2008 werd het veertiende venster aan de Binnendieze gewijd. En in 1999 voeren onze koningin Beatrix en de koning van de zuiderburen Albert samen door de binnenstad.’
Het is dan ook een koninklijke tocht over een klein doch majestueus riviertje. ■