Op maandag 13 juli in het Coronajaar 2020 reed ik naar de weg tussen Doorn en Leersum, parkeerde mijn auto op het Doornse Gat en stak met moed en beleid en dus voorzichtig de immer drukke provinciale weg over de Utrechtse Heuvelrug over en begon aan een wandeling van een kilometer of elf.
De wandeling uit het boekje ‘Wandelen over de Utrechtse Heuvelrug’ van de heren Wolfs en Snelderwaard is getiteld ‘Sandenburg’ naar het gebied waarin de voetstappen gezet worden en het doel en keerpunt, het gelijknamige kasteel.
Het eerste stuk, de noordelijke kant van het landschap, bestaat uit een smalle strook donker bos, wat in 1975 in handen kwam van het Utrechts Landschap. Mijn voetstappen zet ik op de oude Postweg parallel aan de N225, nu een breed bospad en vroeger het traject van de tram tussen Utrecht en Rhenen. Aan de N225 ligt nog het Wapen van Sandenburg, een in Zwitserse chaletstijl gebouwd theehuis, waar vroeger tramreizigers konden pleisteren tijdens het wachten. Het is nu dicht en verlaten, onduidelijk of dat een gevolg is van de coronacrisis.
Ik wandel om het sportcomplex van de DEV Doorn, de plaatselijke voetbalclub, heen en dan ben je al snel in open land, komt het licht daverend je tegemoet. Loof-en naaldbos, doorsneden door beuken- en eikenlanen heeft plaats gemaakt voor laag, nat, rivierkleigebied en dus geschikt voor weiden. Mijn oog valt op een bord van de familie Doornenbal. En ik besef ineens in welk gebied ik terecht ben gekomen; ik had het kunnen weten. Sandenburg deed al een heel klein belletje rinkelen, maar het geluid kon ik nog niet thuis brengen. Doornenbal en dus ook Achterberg. In Oene op de Veluwe stond jarenlang één van de markantste en merkwaardigste dominees van ons land. Een vrijgezel, weliswaar orthodox-hervormd, maar tegelijk doortrokken van mystiek en poëzie. Hij schreef stukken in het Veluws Kerkblad die in heel Nederland gelezen werden, omdat ze openhartig waren, vol liefde voor flora en fauna, bewogen om mensen. Die stukken werden gebundeld en Bart Spruijt schreef een biografie over de dominee die niet ouder werd dan 64 jaar en als boerenzoon in mijn wandelgebied geboren werd. In dit zelfde gebied kwam Gerrit Achterberg aan het levenslicht. De dominee en de dichter raakten bevriend. Achterbergs vader werkte op het kasteel, waar sinds de achttiende eeuw de familie Van Lynden de scepter zwaait, toen baron , nu graaf en gravin. Sandenburg bestaat al sinds de 13e eeuw en is nog steeds het grootste landgoed in het gebied tussen Langbroekerwetering en Utrechtse Heuvelrug.
Een groot deel van de route die ik loop valt samen met een klompenpad naar de dichter genoemd en onderweg voorzien van panelen met zorgvuldig gekozen gedichten van Achterberg.
Het kasteel is keerpunt van mijn route en het lijkt wel of de ontwerpers dachten: ‘ en nu nu zo snel mogelijk weer naar het beginpunt’. Een aantal kilometers zet ik voet voor voet op een hobbelig graspad tussen vers gemaaide weilanden, langs een akker boekweit en rogge en een strook gele ganzenbloem, gelardeerd met korenbloem, klaproos en komkommerkruid. Struiken en knotwilgen vergezellen me rechts. De donkere bossen komen gestaag dichterbij. Om me uiteindelijk weer geleidelijk op te slokken. Aan de Buntlaan , geasfalteerd in het open gebied, zandpad in de bossen, staan een paar aantrekkelijke menselijke onderkomens.