Het is woensdag 29 juli in het corona-jaar 2020. De dag ervoor had ik voor het eerst kennisgemaakt met het fenomeen klompenpad, gedeelten van twee klompenpaden waren opgenomen in het eerste traject van het Vallei en Eempad, van Otterlo naar Wekerom. Die stukken bevielen me en ik besloot vandaag een klompenpad in zijn geheel te lopen. Klompenpaden zijn rondwandelingen over zoveel mogelijk ongebaande wegen, boerenpaden in Gelderland en Utrecht. Er zijn er al ontzettend veel, in diverse lengten. Je kunt een app downloaden, waar ze allemaal opstaan. Een boekje is er niet, is niet nodig. De app is genoeg, met de route, leuke informatie en de routes zijn allemaal gemarkeerd. Je kunt routes onderweg verkorten of verlengen of overstappen op een ander pad. Je loopt regelmatig over particulier terrein, waar soms vee loopt. Daarom zijn honden verboden.
Ik koos deze dag voor een pad vanuit en naar Achterveld. Het dorp in de Gelderse Vallei tussen Leusden en Barneveld is een katholieke enclave in een protestantse streek. De bevolking is hoofdzakelijk werkzaam in de agrarische sector. Een forse in mijn ogen fraaie neoromaanse kerk, gewijd aan St.Jozef, domineert het centrum. Het is een ontwerp van H.W.Valk, uit 1933. Valk (1886-1973) komt uit de school van Cuypers, had ook les van Berlage en ontwierp in zijn eerste periode in de stijl van de Amsterdamse School, zoals de St.Aloysiuskerk in Utrecht en vooral de St.Janskerk in Waalwijk. Later bouwde hij meer in traditionele stijl, zoals hier in Achterveld. Hij ontwierp naast kerken een raadhuis in Tubbergen, een woning voor Antoon Coolen en een bank voor Van Lanschot in Den Bosch. Helaas was hij in de oorlog fout, waardoor hij na de oorlog een tijd lang zijn beroep niet kon uitoefenen. Tegenover de kerk ligt het voor oog en mond aangename etablissement De Roskam. Hier ligt het startpunt van de te lopen route. Aan de Hessenweg, verwijzend naar de eeuwen geleden al belangrijke handelsroute van Amersfoort naar Deventer. Schrijfster Fleur Bourgonje werd in 1946 in Achterveld geboren als dochter van een hoefsmid en winkelierster in huishoudelijke artikelen.
Aan de voet van de kerk het plaatselijke oorlogsmonument, dat verhaalt van slachtoffers gedurende de meidagen van 1940, toen het dorp ontruimd moest worden vanwege de ligging in de Grebbelinie; van 25 burgerslachtoffers en van de bevrijding op 18 april 1945 door Canadese soldaten die ook het opblazen van de kerktoren voorkwamen.
Ik sla rechtsaf de Schoonebekerweg in. Deze weg kruist de Modderbeek, die ten westen van Barneveld begint, onder Achterveld langs stroomt en bij Leusden uitmondt in het Valleikanaal, dat ten noorden van Leusden de oude loop van de Modderbeek volgt, die voor 1935 ten oosten van Amersfoort in de Barneveldse Beek uitmondt. Het waterschap Vallei en Veluwe heeft de Modderbeek opnieuw ingericht door langs de beek meer ruimte te creëren om neerslag beter vast te houden. Over een lengte van bijna 6 km is de beek smaller en dieper gemaakt en er zijn meer bochten aangebracht. Hermeandering dus, want tot 1969 hoorde het kronkelen tot het natuurlijk verloop van de beek. Deze herinrichting is goed te zien op de kruising met de Schoonebekerweg, een info-bord maakt je lekker met een ijsvogel. Helaas niet gezien, ik ga wel de weg af en vervolg het pad langs de beek, tegen de klok in.
Het is verrukkelijk wandelweer, zo rond de twintig graden, het landschap levendig, afwisselend, brengt tot rust. Je loopt langs weilanden, door stukjes bos, door grotere stukken bos met machtige beuken en eiken en dan weer langs akkers. Ik ontmoet een jonge vrouw, die uit Geel (België) afkomstig blijkt en met haar dochter op vakantie is. Dochter neemt deel aan een paardenkamp. De stralend aardige vrouw is verrukt van ons land. Strakker in de verf, zogezegd. Eigen land is een zootje vindt ze, een wanordelijke bende architectonisch gezien, vreselijke lintbebouwingen met lelijke fabrieksgebouwen, een allegaartje met de onvermijdelijke frietkotten. Zo hoor je – mopperaars die we zelf op eigen land graag zijn – eens een ander geluid.
De laatste foto laat een zgn. rabat zien. Het gebied hier was vroeger erg nat . Om toch hakhout te kunnen telen werden greppels gegraven, waarbij de vrijkomende grond op de ernaast gelegen stuk grond werd gedeponeerd. Dat werd een rabat genoemd, waar bomen op geplant werden.
Het pad dat ik loop is genoemd naar de buurtschap Snorrenhoef. De naam verwijst vermoedelijk naar de snorders en bedelaars die er vaak verbleven. In 1925 wordt het in een Utrechts tijdschrift aangeprezen als een gebied vol schilderachtige doorkijkjes ‘zonder gevaar te lopen, slachtoffer van het snelverkeer te worden‘.
Dat gevarieerde landschap is nog steeds te bewonderen rond hoeve Groot Zandbrink, maar snelverkeer is er genoeg, in de gedaante van auto’s, motoren, maar ook van elektrische fietsen, waarop sommige berijders een tempo hanteren die elke wandelaar schrik aan jaagt. De hoeve ligt in een omgeving van heide, eikenbos en de in ons land zeldzame blauwgraslanden. Het gebied was aangewezen als (voorlopig) Natura 2000-gebied. Daar zette in 2010 Henk Bleeker – in mijn ogen een prototype van het ergste soort politici- een streep door.
Ik loop om de hoeve heen , langs zo’n blauwgrasland (natte schrale weilandjes met grote plantendifferentiatie, dus niet geliefd bij boeren), steek een weg over en loop via het N.Schipperspad, een eerbetoon aan een voormalige wildbeheerder, landgoed De Boom binnen. Het bosgebied waar ik doorheen loop heet Hardeveld, een plaatselijke verbastering van ‘Hertenveld’. Helaas geen hert gezien. Zelfs geen ree.
Ik kom mijn Belgische ‘geliefde’ voor 1 dag weer tegen en loop daarna het dorp De Glind binnen. ‘Als kinderen buiten de samenleving dreigen te vallen, moeten we een samenleving creëren waarin zij wel welkom zijn’. Aldus ds. R.J.W. Rudolph in 1911 en hij voegde de daad bij het woord en kocht landbouwgrond, waarop boeren zich konden vestigen, op voorwaarde dat zij enkele jongeren in gezin en bedrijf opnamen. Zo legde hij de grondslag voor Jeugddorp De Glind. De Rudolphstichting kent nog steeds dit principe. Er wonen thans 700 mensen in oudere en nieuwe bebouwing, met bedrijven, een manege, een protestantse kerk en een heuse villa. Ruim 120 kinderen worden in 28 gezinshuizen opgevangen. Kinderen zijn uit huis geplaatst om juist hier weer een thuis te vinden.
Aan de rand van het jeugddorp een prachtige vijver met eilandje, waar de kinderen zich naar kunnen toetrekken met een pontje. Achter de vijver een smal pad langs knotwilgen, dan een weiland oversteken langs een verwaarloosde kippenfarm en uiteindelijk weer uitkomend op de Schoonebekerweg.
vijver zicht op Achtereld vanaf Schoonebekerweg.
Ik loop vrijwel langs de grens tussen Utrecht en Gelderland. In de middeleeuwen schouwtoneel van diverse grensconflicten tussen de Bisschop van Utrecht en de Graaf (later Hertog) van Gelre. In 1527 werd Utrecht ingenomen door Maarten van Rossum. Met hulp van Karel V, in ruil voor het opgeven van haar zelfstandigheid, werd Utrecht weer herwonnen. In 1543 werd Gelre overmeesterd.
Terug op de Hessenweg pleister ik bij de Roskam voor heerlijke kroketten op stevig bruin brood. Hessenwegen zijn historische handelsroutes tussen graafschap Hessen in Duitsland en Amsterdam. De handelaren gebruikten grote, brede wagens, met soms wel acht paarden er voor. De wegen gingen daardoor kapot en de Hessen mochten er geen gebruik van maken en trokken derhalve dwars door heiden en bossen. Dit soort informatie vind je op je app, als je een klompenpad volgt. Wat er niet op staat is het monument naast De Roskam ter ere van het boerenechtpaar Van Dijk vanwege het opnemen van een joodse onderduiker, waarvoor ze ook door Yad Vashem in Israël zijn onderscheiden. Aan de overkant van de Roskam staat de voormalige St.Josephschool, nu buurthuis De Moespot, waar op 30 april 1945 het zgn. Akkoord van Achterveld werd gesloten. Hooggeplaatste geallieerde generaals en een zeer hoge Duitse functionaris onderhandelden hier over het toestaan van voedseldroppings in hongerend West-Nederland. Met succes en het zgn. Zweedse witbrood tot gevolg.