Ik ben een jaar oud als wij verhuizen naar de Taanderstraat, hartje oude dorp. Mijn grootvader van vaders kant, naar wie ik vernoemd ben, heeft aan de 17e eeuwse boerderij een huisje laten bouwen, waar wij in kunnen. We hebben zelfs een tuin, met een grasveld, waarop mijn moeder lakens laat bleken, een kleine groentetuin en achterin bouwt vader een kippenhok. Hier wonen we een jaar of zeven. Op mijn eerste verjaardag was het ook al niet zo warm met een gemiddelde temperatuur van 13 graden en heel weinig zon. Toen ik geboren werd was het 7 graden en regende het. Opa Klaas boog zich over de wieg in een duffelse winterjas.
De Huizer Courant meldt dat twee kalveren de haven in sprongen. Een visser uit Lemmer redt ze er uit. In de vacature van ds. Van Sliedrecht, die mij het jaar daar voor op 10 juli gedoopt heeft, heeft de Hervormde kerkenraad ds. J.C.Stelwagen uit Wezep beroepen. Hij is uiteindelijk niet gekomen. Huizen werd het Mekka van de Gereformeerde Bond genoemd. Een bolwerk dus. Dat kan voor beroepen predikanten aantrekkelijk zijn, maar voor anderen juist wat angst in boezemen. Zelfvertrouwen is niet alleen voor voetballers maar ook voor predikanten een groot goed. Maar de laatsten verpakken dat in het vromere, doch ook vagere ‘roeping’. Een aardige anekdote die nog al de ronde deed in zwaardere kringen: ‘ aan het jongetje op school, wiens vader een beroep had ontvangen, werd gevraagd wat de uitkomst zou kunnen zijn. Het joch:” vader worstelt nog, moeder is de koffers al aan het pakken”! In Huizen was het de gewoonte dat als de eigen dominee voor een beroep had bedankt, de gemeente na de zegen ‘spontaan’ de psalm zong: Dat ‘s Heren zegen op U daal, zijn gunst uit Sion U bestraal. Hij schiep ‘t heelal Zijn Naam ter eer. Loof, loof dan aller Heren Heer (134: 3 Oude Berijming). De dominee behoorde dan verrast en geroerd te reageren. In mijn jeugd stond ds. J. den Besten in Huizen en die kreeg beroep na beroep en bedankte even zovele keren. En steeds weer zette de organist in voor dat ‘Daaltje’. Er ging een zucht van verlichting bij velen toen hij eindelijk een beroep aannam, naar Ede. Eindelijk geen Daaltje meer! Ook al zo’n bolwerk in het orthodoxe deel van de Hervormde Kerk.
Gevonden voorwerpen:
drie verschillende vulpennen, jongensjas, beurs, windjack, sleutel, kinderbril, hond, postduif no.11-50-118950, jo-jo, een dameshandschoen, mantel, ceintuur, verpleegstersschort en nog een dameshandschoen. Dat verpleegstersschort: waar zou die verloren geraakt zijn en hoe?
Voor de Nederlandse staat begint het jaar goed: in het kader van de herstelbetalingen door Duitsland ontvangt het ruim 30.000 kg goud. In Vietnam breken onrustige tijden aan: de Vietminh onder leiding van Hò Chi Minh start een groot offensief tegen de Franse troepen. De V.S. neem de productie van de waterstofbom ter hand. En eind februari bezet kapitein Westerling met een legertje voornamelijk Molukkers het militair hoofdkwartier van Indonesië, maar zonder succes. In april wordt op Ambon de Republik Maluku Selatan (RMS) uitgeroepen en opent DAF een fabriek in Eindhoven.
Mijn vader verdient de kost als vrachtwagenchauffeur in dienst van een bouwmaterialenhandel, ook Vos geheten, maar volgens mij rijdt hij in een Hanomag. Transjordanië annexeert de Westelijke Jordaanoever, waarbij de daar wonende Palestijnen de Jordaanse nationaliteit verwerven. Twintig dagen voor mijn verjaardag wordt in Silkeborg een veenlijk gevonden, dat de ‘man van Tolund’ wordt genoemd. In het Museum Silkeborg ligt deze man van circa 350 v. Chr.in een vitrine te kijk. De man was opgehangen, waarschijnlijk als offer voor de goden en zo’n 30-40 jaar oud. Voor een VPRO-radioprogramma over veenlijken ben ik eens afgereisd naar Silkeborg, een verder saai stadje, met wat winkels, een hotel en een kleine dierentuin. In het Drents Museum bewaren wij ons eigen veenlijk: het meisje van Yde.
Een maand na mijn eerste verjaardag begint de Koreaanse oorlog met de inval van Noord-Korea in Zuid-Korea. Vrij spoedig mengt ook ons land zich in de oorlog met het sturen van de torpedobootjager Hr Ms Evertsen naar de Koreaanse wateren. Later in het conflict vertrekt ook een jongeman uit Obdam naar het Verre Oosten. Hij is de vader van een vriend. Komt heelhuids terug, maar houdt zijn leven lang last van nachtmerries. Tien jaar na zijn dood maken Sjaak Vlaming, zijn zoon en ik een radiodocu over hem. We reizen ook naar Zuid-Korea. Staan voor de demarcatielijn met Noord-Korea. Bezoeken het graf van een vriend van Vlaming sr. in Pusan en al reconstruerend, ook middels gesprekken in Nederland met overlevenden komen we tot de conclusie dat Vlaming per ongeluk zijn beste maat op een van die gruwelijke gevechtsheuvels heeft neergeschoten.
In juli neemt de drooglegging van oostelijk Flevoland een aanvang en wordt Boudewijn koning van België. Zijn overlijden herinner ik me nog zeer goed. Met mijn toenmalige vriend Govert was ik begonnen aan een radioreis in het voetspoor van Belcampo. We logeerden de eerste nacht in het dorp Celle, bij Namen. ‘s Ochtends zette ik de tv aan en direct vielen we in het nieuws dat Boudewijn in zijn buitenverblijf in het Spaanse Motril was overleden: 31 juli 1993.
Op 23 augustus raast een tornado over ons land, die vooral schade één zwaargewonde veroorzaakt op de Veluwe.
In november roept paus Pius XII het dogma van Maria’s Tenhemelopneming uit en verovert het Indonesische leger Ambon, waarop de RMS-strijd wordt voortgezet op Ceram. In december gaat Abe Lenstra niet in op een aanbod van Fiorentina en zo blijft de virtuoze Fries op onze velden te bewonderen. Ooit heb ik zijn vele malen opgelapte voetbalschoenen in handen gehad. Ik was voor een reportage op bezoek bij Jopie Huisman in Workum, die op dat moment bezig was de fameuze kicks op doek te vereeuwigen ter wille van het museum van S.C.Heerenveen. Ook was ik bij het fantastische toneel-en muziekspektakel in het stadion over ‘us Abe’, geregisseerd door Jos Thie.