Op zaterdag 19 september in het corona-jaar 2020 begonnen we – Rob, Fieke, Marianne, Anja en ik – bij Fort Vechten, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tunnel onder de A12 door, over het spoor, een klein stukje langs de N411, hier Koningslaan geheten, naar Bunnik. En snel een weidegebied in, 550 meter over het zgn. Bunkerpad. Dat pad komt uit bij de brug naar kasteel Rhijnauwen. Ooit een ridderhofstad, het gebouw dat er nu staat is 18e eeuws en doet sinds 1933 dienst als jeugdherberg, daarmee de oudste van ons land. Een beroemde theetuin trekt vele toeristen, fietsers en wandelaars.
Voor ons is een versnapering te vroeg en wij zetten de route voort langs de Kromme Rijn, met zicht op een fraaie boerderij aan de overkant en daarachter Fort Rhijnauwen, het grootste in de Waterlinie, gebouwd om artillerieaanvallen op de stad Utrecht te weerstaan. Het voormalige jaagpad dat we lopen is tevens onderdeel van het Utrechtpad en loopt helemaal om Bunnik heen.
Bunnik telt zo’n 15.000 inwoners en kent een geschiedenis van 2000 jaar, ontstaan als nederzetting en handelsplaats bij het Romeinse castellum Fectio- Vechten. Na de Romeinen zijn het de Friezen en Franken die hier heersen en uiteindelijk de bisschop van Utrecht. Dan wordt het gebied steeds meer ontgonnen, een proces dat duurt van de 8e tot 14e eeuw. De dorpjes Bunninchem (Bunnik), Iodichem ( Odijk) en Wercundia (Werkhoven) ontstaan, met in de 12 eeuw eigen kerkjes. Bunnik is de geboorteplaats van Katja Schuurman en de woonplaats van Thea Beckmann, Vincent Bijlo en oud-voetballer Leo van Veen.
We gaan de A12 onderdoor en blijven de Kromme Rijn volgen. Nu om Odijk heen. Dit bijna 6000 inwoners tellend dorp was in zijn jeugd de woonplaats van Wouter Bos. Ook de PVDA activist Piet Reckman woonde er en aidspatient Reneé Klijn die met z’n song Mr.Blue dankzij Paul de Leeuw beroemd werd. Dat ook de FC Utrecht-voetballers Didier Martel en Harald Wapenaar er woonden is voor de echte voetballiefhebber. We komen bij een weg over de Kromme Rijn, waar twee jongetjes en een meisje dapper van de brug de rivier in duiken. Dichtbij Werkhoven ligt aan de overkant van het water Kasteel Beverweert, een van oorsprong 13e eeuwse ridderhofstad, gebouwd op een eilandje. Ooit in handen van een telg uit de Oranje-Nassau-familie is het nu in handen van Geert Jan Jansen, de grootste kunstvervalser van onze tijd en de vorige eeuw. We komen op de Werkhovenseweg, schampen het dorp, steken de Achter Rijn over en vervolgens de Kromme Rijn, slaan rechtsaf naar de Jachtlustlaan. We komen weer bij de Kromme Rijn uit en uiteindelijk bij de N229 naar Wijk bij Duurstede. Het Utrechtpad is intussen een andere weg in geslagen.
Inmiddels was de beslissing gevallen dat Anja en ik de route zouden verkorten. Het eigenlijke pad gaat vanaf de N229 via de Oude Kromme Rijn en komt na drie kilometer dan weer terug bij de Kromme Rijn zelf. Een uitstulping in de route, die sterk lijkt op het aneurysma in mijn buikaorta. Anja en ik volgen een stuk de N229, tot we de Kromme Rijn over kunnen en aan de andere zijde weer over een jaagpad van grind richting Cothen kunnen. We treffen een bankje en wachten daar in heerlijk weer de komst van Fieke, Marianne en Rob af. Gevijven komen we in Cothen, eten een boerenijsje en vinden een terras bij eetcafé ‘t Molentje, waar het heerlijk eten en drinken is. We hebben er respectievelijk 17 en 20 km opzitten.