De hier volgende fotoreeks is een toevoeging bij de podcast Hoe legendarische dominee Doornenbal voortleeft’.
De podcast vind je op deze site en is de derde in de reeks Langs ’s Heren wegen.
Oene maakt deel uit van de gemeente Epe, telt ruim 1600 inwoners en ligt in het overgangsgebied tussen de Veluwse bossen en de IJssel. De A50 en het Apeldoorns Kanaal scheidt de Oenenaren van Epe. Het is een oud dorp met een oude naam, afgeleid van oergermaans woord dat ‘moerassig’ betekent. Een dorp van boeren in weidegebied in uiteindelijk uiterwaarden, met een hoge grondwaterstand vanwege het kwelwater van de Veluwse stuwwal.
In het midden pronkt de van oorsprong romaanse kerk uit de 12e eeuw, later uitgebouwd in gotische stijl. Sinds 1283 een zelfstandige parochiekerk. De toren is van tufsteen. Het orgel van J.H.H.Bätz of een zoon uit 1770 is in 1852 overgeplaatst vanuit de R.K. Utrechtse Martinuskerk.
De korenmolen Werklust dateert uit 1858. In de omgeving staan opvallend veel populieren of te wel peppels. Ze leverden vroeger het hout voor klompen. Oene telde wel een stuk of twintig klompenmakers.
Jaarlijks wordt in oktober het Oener Koefeest georganiseerd, met een veemarkt, een warenmarkt, een rommelmarkt en een landbouwtentoonstelling. Sinds de MKZ-crisis van 2001 is er een verbod op koeienhandel en wisselen alleen pony’s en paarden middels handjeklap van eigenaar. Jaarlijks is er eveneens een tentoonstelling van verschillende koeienrassen.
Het dorp was het centrum van de mond- en klauwzeeruitbraak in maart 2001. De eerste besmette dieren werden in Oene ontdekt, waardoor het dorp wereldnieuws werd. In heel ons land moesten 260.000 dieren afgemaakt worden.